Ondanks herhaalde waarschuwingen constateert de Inspectie ‘dat
nog steeds (dodelijke) calamiteiten met onrustbanden voorkomen terwijl veel van
deze ongevallen te vermijden waren geweest.’ Er is een circulaire rondgestuurd
waarin instellingen worden opgeroepen om maatregelen te nemen.
Belangrijke oorzaken van ongevallen zijn:
Volgens
de Inspectie zien zorgverleners onrustbanden als een hulpmiddel om gevaar te
voorkomen, maar zien ze niet het gevaar van het hulpmiddel zelf. Met de campagne Zorg voor vrijheid (www.zorgvoorvrijheid.nl) probeert de Inspectie zorgverleners te
stimuleren meer gebruik te maken van andere maatregelen die minder ingrijpend
zijn. ‘Onrustbanden horen pas toegepast te worden als alle andere alternatieven
goed zijn afgewogen.’
Het afgelopen jaar zijn vanuit de verstandelijk gehandicaptenzorg twee calamiteiten
met Zweedse banden gemeld. (vier in verpleeg- en verzorgingshuizen en twee in
algemene ziekenhuizen).
In de circulaire wijst de Inspectie nog op een aantal andere pijnpunten:
De Inspectie wijst erop dat voordat iemand gefixeerd wordt, alle alternatieven moeten zijn afgewogen. ‘Zorgverleners die niet geschoold zijn in het toepassen van vrijheidsbeperking met onrustbanden, mogen deze handeling niet uitvoeren.’
De Inspectie gaat strenger letten op deze regels, en ‘bij nieuwe calamiteiten steeds nagaan of ze tuchtrechtelijke stappen tegen de verantwoordelijke beroepsbeoefenaar in gang moet zetten.’