Zintuigenonderzoek beneden de maat

Gebrekkig of helemaal niet kunnen zien of horen, dat heeft grote invloed op hoe iemand zich voelt, beweegt en gedraagt. Toch is van het merendeel van de verstandelijk gehandicapte mensen die wegens ernstige gedragsproblemen worden aangemeld bij een Centrum voor consultatie en expertise (Cce) niet bekend of ze zintuiglijke stoornissen hebben.

Arts voor verstandelijk gehandicapten Josje Kingma onderzocht 137 dossiers van mensen die bij een Cce werden aangemeld. In 65 procent van de aanmeldingen van hen was geen informatie over het kijkvermogen bijgevoegd. Gewoon nooit gecontroleerd, niet getest, geen idee wat de persoon ziet.

Bij 7 procent was de informatie onvoldoende, bij 28 procent was wel goed visusonderzoek gedaan, en wisten de aanmelders wat er precies mis was met het kijkvermogen van de cliënt. Over de hoorfuncties was bij 68 procent van de aangemelde verstandelijk gehandicapten niets bekend, bij 8 procent onvoldoende; 24 procent van de aangemelde cliënten waren wel deugdelijk onderzocht op hun gehoor.

Kingma vertelde over haar onderzoek tijdens de studiedag ' Merk me op', over doofblinde mensen met een verstandelijke beperking. Haar conclusie: hoe complexer de cliënt, hoe belangrijker het is om alles te weten over wat hij ziet en hoort, maar hoe minder we erover weten.

Iedere normaal begaafde Nederlander kan zich meteen laten testen als hij vindt dat zijn gehoor of zijn ogen achteruit gaan. Maar de meeste ernstig verstandelijk gehandicapten moet het zonder zulk onderzoek doen, terwijl er genoeg specialistische kennis in het land is om mensen met ernstige beperkingen te testen.