Wie in de zorg werkt en zich seksueel vergrijpt aan een cliënt of patiënt, riskeert op grond van het Wetboek van strafrecht een hogere straf dan iemand die geen zorgverlener is. Een vrijwilliger die een cliënt seksueel had misbruikt, voerde bij de rechter aan dat dit wetsartikel niet op hem van toepassing was.
Hij was slechts vrijwilliger en geen zorgverlener. Zijn advocaat vroeg vrijspraak, ook al omdat er geen sprake geweest zou zijn van dwang. Maar de rechter ging hier niet in mee. Door Jan Delfgaauw De verdachte had bij hem thuis een cliënt tegen diens wil tenminste twee keer gepijpt. Het team van de instelling waar de cliënt woont, kwam erachter, en hoorde ook dat de vrijwilliger samen met de cliënt onder de douche was gegaan. Toen een vertegenwoordiger van de instelling de vrijwilliger met deze informatie confronteerde, gaf hij de feiten vlot toe. De man was al langer dan 12 jaar als vrijwilliger heel actief bij de zorginstelling. Hij hielp bij uitjes, vakanties, zwemmen, maar ook bij het eten van bewoners en toiletbezoek. Hij maakte meer uren dan menige betaalde werknemer en was op het laatst bijna fulltime aanwezig. Hij bezocht samen met de cliënt de bioscoop en de sauna.
Iemand die zo intensief en langdurig bezig is met zorg, is gewoon werkzaam in de gezondheidszorg, oordeelde de rechtbank, ook al is hij vrijwilliger. Het argument van de verdediging dat de vrijwilliger niet als zorgverlener kan worden aangemerkt omdat hij daarvoor niet de benodigde opleiding had gevolgd, deed volgens de rechtbank niet ter zake. Het gaat erom dat hij daadwerkelijk en intensief in de zorg werkzaam was.
Vertrouwen beschaamd
De rechtbank rekende de verdachte zwaar aan dat hij het vertrouwen van de instelling en de familie van het slachtoffer had beschaamd. De cliënt was in de instelling terechtgekomen omdat hij door niet aangeboren hersenletsel niet zelfstandig kon wonen of thuis bij zijn gezin. Het team en zijn familie vonden het goed dat hij de verdachte regelmatig thuis bezocht, die hem daarvoor ophaalde en weer terugbracht. De verdachte had zich als een zeer actieve en ervaren vrijwilliger, aldus de rechtbank, bewust moeten zijn van de ongelijkheid in hun verhouding en de volstrekte ongepastheid van zijn seksuele handelingen.
In zijn voordeel sprak dat hij de strafbare feiten vlot had bekend en dat hij nooit eerder met de politie in aanraking was geweest. Ook liet de rechtbank meewegen dat hij niet meer als vrijwilliger welkom was bij de zorginstelling. De man kreeg een werkstraf van 180 uur en drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. In het eerste jaar mag hij niet (als vrijwilliger) in de zorg werkzaam zijn.
Deze column van jurist Jan Delfgaauw staat in Klik van juli/augustus 2012, verschijnt 29 juni.