Vraag altijd extern advies bij langdurige vrijheidsbeperking

Vrijheidsbeperkende maatregelen in de langdurige zorg moeten altijd tijdelijk zijn, iemand zo min mogelijk beperken, zo kort mogelijk duren en altijd gericht op afbouwen. Bij langdurige vrijheidsbeperking zou het aanvragen van extern advies verplicht moeten worden, adviseert het Centrum voor consultatie en expertise aan de staatssecretaris van Volksgezondheid.

Het Cce reageerde op een brief van de staatssecretaris aan de Tweede kamer over vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen. Zij schreef daarin dat vrijheidsbeperkende maatregelen soms onontkoombaar zijn. Daar is het Cce het wel mee eens, maar het zouden nooit langdurige maatregelen moeten zijn.

Veel zorgaanbieders slagen er uitstekend in om frequente of langdurige maatregelen zelf af te bouwen. Maar als dat niet lukt, zou het inwinnen van extern advies verplicht moeten worden gesteld. In het overgrote deel van gevallen is het namelijk goed haalbaar om de vrijheidsbeperkende maatregelen stop te zetten of goeddeels af te bouwen, is de ervaring van het Cce.

Handelingsverlegenheid
Het Cce voert jaarlijks 1.200 consultaties uit voor cliënten in de hele Awbz en nog eens 1.300 toetsingen in het kader van de toeslag extreme zorgzwaarte in de gehandicaptenzorg. “In dit werk worden wij zeer regelmatig geconfronteerd met vragen die betrekking hebben op het toepassen en terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Wij beschouwen het langdurig en frequent toepassen van vrijheidsbeperking per definitie als een vorm van handelingsverlegenheid.”

Lees de brief van het Cce.