Bij mensen met een licht verstandelijke beperking die behandeld worden voor een verslaving, werkt traditionele cognitieve gedragstherapie vaak niet zo goed. Virtual Reality (VR) biedt hier kansen, ontdekte onderzoeker Simon Langener.
Simon deed promotieonderzoek aan de Universiteit Twente en zijn proefschrift ging in op de technologische kant van VR in de verslavingszorg. Hij hield zich bezig met het ontwikkelen van virtuele omgevingen die ondersteunend zijn voor therapie bij verslavingsbehandeling.
Experimenteren
Simon werkt bij Tactus Verslavingszorg en daar wordt inmiddels flink geëxperimenteerd met VR tijdens behandelingen. Waarom werkt VR daar wel en gewone cognitieve gedragstherapie niet of minder goed? Dat heeft vooral te maken met dat mensen met een licht verstandelijke beperking moeite hebben om te praten over denkbeeldige verleidingen en situaties waarin die verleidingen kunnen ontstaan.
Omgaan met groepsdruk
Met VR kunnen deze cliënten midden in zo’n situatie gezet worden. Zo kan gekeken worden hoe ze met bijvoorbeeld groepsdruk omgaan. Denk aan het kijken naar een voetbalwedstrijd waar de drank rijkelijk vloeit. Of juist het omgekeerde: de cliënten kunnen oefenen met rust en ontspanning op een bankje in een mooi park.
Nazorg belangrijk
Deze situaties blijken voor de doelgroep realistisch genoeg om zintuiglijke reacties op te wekken, zoals trek in alcohol of andere middelen. Hun brein reageert dus echt op de virtuele omgeving. Daarom is nazorg ook belangrijk. Cliënten kunnen na zo’n VR-behandeling vermoeid zijn of trek hebben. Met begeleiding kunnen ze dan veilig terugschakelen naar de gewone wereld.
Een groot pluspunt van VR in de behandeling is dat cliënten veel opener werden. Ze deelden hun ervaringen en triggers veel makkelijker met de behandelaren. En dat biedt weer kansen om het behandelplan op aan te passen. |