Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Verstandelijk gehandicapten zijn erg vroeg oud

12 maart 2014 Door de redactie Geen reacties

Mensen met een verstandelijke beperking worden gemiddeld erg ongezond oud. Ze zijn op 50-jarige leeftijd net zo (on)fit, hebben net zo veel chronische ziektes en gebruiken net zoveel medicijnen als een kwetsbare Nederlander van 75 jaar. Dat is de uitkomst van de studie Gezond ouder met een verstandelijke beperking (Goud-studie), die in 2008 is gestart en die nu is afgerond.

Aan de studie Gezond ouder met een verstandelijke beperking (Goud-studie) hebben 1.050 cliënten met lichte tot ernstige verstandelijke beperkingen in drie zorgorganisaties meegedaan. Hoogleraar Heleen Evenhuis van het Erasmus medisch centrum in Rotterdam leidde het onderzoek. Het verslag ervan wordt 13 maart aangeboden aan staatssecretaris Van Rijn, en 14 maart op een speciaal symposium gepresenteerd.

Ouderdomskwalen
Uit de Goud-studie blijkt, dat mensen met een verstandelijke beperkingen behalve aan ouderdomskwalen, ook aan andere gezondheidsproblemen lijden, die vaak al op jongere leeftijd zijn begonnen. Zelfs al in hun jeugd. Dergelijke oorzaken van een te snelle veroudering zijn niet te voorkomen, maar de onderzoekers ontdekten ook aanknopingspunten om mensen met een beperking op een gezondere manier op leeftijd te laten komen, zodat zij ook langer zelfstandig kunnen blijven.

Medicijnen
Uitkomsten uit het onderzoek:

  • 50-plussers met verstandelijke beperkingen hebben veel chronische ziekten: 80% heeft er twee of meer, en 47% heeft er zelfs vier of meer. In dit opzicht zijn ze te vergelijken met verpleeghuisbewoners. Maar bij mensen met verstandelijke beperkingen gaat het deels om andere combinaties, zoals met epilepsie, spasticiteit, zintuiglijke beperkingen. Ze gebruiken dan ook veel medicijnen: 40% gebruikt er permanent vijf of meer. Speciale combinaties van chronische ziekten en hun gevolgen moeten vanaf jonge leeftijd actiever worden opgespoord en behandeld. De arts en apotheker moeten systematisch en kritisch bekijken welke medicijnen echt nodig zijn.


Slechte conditie

  • Deze 50-plussers hebben gemiddeld een bijzonder slechte conditie, omdat ze veel te weinig bewegen. Daardoor hebben al op jonge leeftijd een hoger risico op verlies van kracht en balans, vallen, botontkalking en botbreuken. Én op verlies van zelfstandigheid. Het moet vanzelfsprekend worden dat oudere mensen met een verstandelijke beperking dagelijks flink bewegen, en dan zó dat ze er fit van worden. Het team van de Goud-studie heeft een beweegprogramma ontwikkeld en uitgetest. Uit de testen werd duidelijk dat ouderen met een verstandelijke beperking goed zijn te motiveren om voldoende te bewegen. Zij hebben er ook baat bij.

Ongezond eten

  • Veel ouderen met een verstandelijke beperking eten ongezond: te weinig eiwitten, teveel verzadigd vet, nauwelijks vezels. Bijna de helft krijgt niet genoeg vitamine D binnen.
  • Die ongezonde leefstijl leidt vaak tot een veel te hoog lichaamsgewicht, diabetes en andere risico's voor hart- en vaatziekte. Ook het hoge gebruik van zware gedragsmedicijnen in deze groep draagt daar flink aan bij. Daarnaast kunnen de veel voorkomende slaapstoornissen de suikerstofwisseling verstoren. Deze groep mensen loopt dus meer risico voor 'gewone' ziekten dan anderen. Het is nodig hen geregeld te controleren op obesitas (zwaarlijvigheid), diabetes (suikerziekte), bloeddrukverhoging en hoog cholesterol. Het verdient de voorkeur om gedragsmedicatie zoveel mogelijk te verminderen en te vervangen door effectieve begeleiding.

Depressie
Depressie komt bij ouderen met een verstandelijke beperking vijfmaal zo vaak voor als bij andere ouderen. Dit hangt voor een deel samen met ingrijpende gebeurtenissen, die door driekwart van de deelnemers werden genoemd. De top-5 ingrijpende gebeurtenissen waren:

  • problemen met een medebewoner
  • verandering van personeel
  • ziekte
  • zich minder goed kunnen verplaatsen
  • ernstige ziekte van familie, verzorger of vriend.

Ook verstoorde slaap kan tot depressie leiden. Voorkomen van dergelijke negatieve gebeurtenissen – als dat mogelijk is – kan depressies voorkomen. En de slaap verbetert door een goede afwisseling van actieve dagen en ongestoorde nachten.

Brede aanpak
Als deze zaken breed worden aangepakt, aldus de onderzoekers, kunnen alle mensen met een verstandelijke beperking daar profijt van hebben. Dat vraagt om een anders georganiseerde langdurige zorg en om inzet van sportverenigingen. Zorgverleners moeten beter worden opgeleid in leefstijlbegeleiding. De huisartsen moeten zich bijscholen in de problematiek van deze groep patiënten.
En de arts voor verstandelijk gehandicapten moet door middel van richtlijnen alerter worden op speciale combinaties van chronische ziekten en medicijnen. Via de 60 specialistische Avg-poliklinieken kunnen huisartsen hun ondersteuning inroepen.

Het onderzoek is te downloaden op de site van Ipse de Bruggen

Bekijk een reportage van het tv-programma Altijd Wat over de uitkomsten van de Goud-studie.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!