Verstandelijk gehandicapte man ten onrechte vervolgd

Het Openbaar ministerie had geen rechtszaak wegens een seksueel misdrijf mogen beginnen tegen een verstandelijk gehandicapte man in Limburg. Volgens de rechter in Roermond heeft het Openbaar ministerie gehandeld in strijd met de goede strafprocesorde De gehandicapte man gaat door deze uitspraak vrijuit.

Hij werd ervan verdacht dat hij in 2007 in een instelling in Heel een gehandicapte vrouw met een mes dwong tot seks. Volgens het Openbaar  ministerie had hij moeten weten dat de vrouw zich niet tegen hem kon verdedigen. Zij heeft de verstandelijke ontwikkeling van een vierjarig kind, de verdachte man heeft een Iq van 64, vergelijkbaar met een kind van zeven. De rechter zei dat het Openbaar ministerie, met die kennis over de verstandelijke ontwikkeling van de man, nooit aan een vervolging had mogen beginnen. “De rechtbank is van oordeel dat een redelijk strafrechtelijk doel ontbreekt bij vervolging van deze verdachte.” De officier van justitie zei tijdens de rechtszaak dat hij wel rekening heeft gehouden met de handicap van de man, en met de lange tijd die is verstreken tussen het incident en de behandeling daarvan. Gezien de ernst van het feit en gezien verklaringen van derden (onder meer van de moeder) dat de man zich bewust was van wat hij deed, is de officier toch overgegaan tot vervolging. De enige eis die het openbaar ministerie wilde stellen, was een schuldigverklaring met als voorwaardelijke straf verplicht toezicht van de reclassering.