‘Verplichte anticonceptie conflicteert met mensenrechten’

Het is onrechtvaardig om mensen die pedagogisch onbekwaam zijn het recht op kinderen krijgen te verbieden, of ze aan verplichte anticonceptie te krijgen. Het College voor de Rechten voor de Mens heeft haar bedenkingen geuit bij deze plannen die in januari aan de orde kwamen.

Toen pleitte oud-rechter Cees de Groot voor verplichte anticonceptie bij mensen die niet goed voor hun kind zorgen of een gevaar voor hen kunnen zijn. Samen met de beraadgroep ‘Rechten voor het kind, ook voor de geboorte’ schreef hij een conceptwetsvoorstel die dat mogelijk moet maken. De Groot was betrokken bij de zaak-Stomphorst, waarin de kinderen van de zwakbegaafde ouders steeds door de rechterlijke macht uit huis werden geplaatst.

Volgens het College voor de Rechten van de Mens is het conceptwetsvoorstel in strijd met een aantal rechten:

1. Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van vrouwen. Het gaat om de onaantastbaarheid van het lichaam, wat inhoudt dat anderen zich niet tegen je wil met jouw lichaam mogen bemoeien.
2. Recht op gezondheid en lichamelijke integriteit. Dat houdt ook seksuele en reproductieve vrijheid in.

Niet effectief
Het toedienen van verplichte anticonceptie wordt gezien als inbreuk op het recht op lichamelijke integriteit. Niet elke inbreuk hierop is meteen een schending van mensenrechten, mits voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo moet de maatregel ‘effectief’ zijn. In dit geval zou de maatregel bij moeten dragen aan het bestrijden van kindermishandeling. Verschillende experts denken dat dit niet het geval is.

Het verplicht opleggen van sterilisatie, zoals De Groot in uitzonderlijke gevallen wil, is volgens het College nooit te rechtvaardigen, zo meldt de organisatie op haar site.