Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Veel variatie in beoordelen van probleemgedrag bij mensen met verstandelijke beperking

1 december 2020 Door de redactie Geen reacties

Om mensen met een verstandelijke beperking te ondersteunen bij een goede kwaliteit van leven, is het voorkomen of verhelpen van gedrag dat als problematisch wordt ervaren belangrijk. Uit onderzoek blijkt nu dat er nog veel variatie is in de manier waarop dit door gedragskundigen gebeurt.

Probleemgedrag wordt ook wel 'moeilijk te begrijpen gedrag' genoemd. Voorbeelden van dit gedrag zijn fysieke en verbale agressie en automutilatie, maar ook depressie en angsten.

Door 'beeldvorming en diagnostiek' brengen gedragskundigen in woonvoorzieningen voor volwassenen met een verstandelijke beperking dit gedrag goed in kaart. Uit onderzoek van het Nivel in samenwerking met Zorginstituut Nederland blijkt dat er veel variatie is in de aanpak van dit proces door gedragskundigen.

Richtlijn
De onderzoekers bekeken hoe de aanpak van de beeldvorming en diagnostiek in instellingen zich verhoudt tot de inhoud en de werkwijze in de multidisciplinaire richtlijn Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking. Voor het onderzoek namen zij 29 diepte-interviews af bij 34 professionals die een belangrijke rol hebben in de beeldvorming en diagnostiek bij volwassenen met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag. De meeste geïnterviewden (31) waren gedragskundigen; orthopedagogen (generalist) en (gz-)psychologen.

Variatie in beeldvorming en diagnostiek
De variatie in de verschillende fasen van de beeldvorming en diagnostiek komt voort uit de verscheidenheid aan onder andere:

  • de gehanteerde modellen om naar probleemgedrag te kijken,
  • de mate van methodisch werken, de samenwerking met betrokken disciplines, de mate van betrokkenheid van de cliënt of naasten,
  • de overlegstructuren en
  • de wijze van rapporteren in het dossier.


Gedragskundigen ervaren vrijheid in hoe zij de beeldvorming en diagnostiek aanpakken. Dat vinden zij prettig omdat ze zo goed kunnen aansluiten bij de betreffende cliënt en situatie.

Verbetermogelijkheden
Meer uniformiteit in de aanpak vinden gedragskundigen wel wenselijk en zij zien daartoe zelf ook verbetermogelijkheden. De onderzoekers geven aan dat gedragskundigen meer gebruik kunnen maken van de multidisciplinaire richtlijn Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking. Meer specifieke verbeterpunten die naar voren komen, zijn:

  • Meervoudig en proactief kijken naar gedrag. Dit kan vaker worden ingezet bijvoorbeeld door vaker verschillende disciplines en de naasten te betrekken bij de beeldvorming en diagnostiek. Ook kan het beleid meer gericht zijn op het voorkómen van probleemgedrag.
  • Zorgen voor verdere standaardisering of protocollering van het proces van beeldvorming en diagnostiek.
  • Meer gebruikmaken van externe deskundigheid als de benodigde deskundigheid niet in de instelling aanwezig is. Te denken valt aan het inzetten van een psychiater of een speciaal daarvoor opgeleide 'Arts voor Verstandelijk Gehandicapten'.
  • Zorgen voor betere faciliteiten voor de eenduidige aanpak van beeldvorming en diagnostiek, zoals beschikking over betrouwbare en gevalideerde testen en instrumenten.
  • Het zorgaanbod beter afstemmen op cliënten met moeilijk te begrijpen gedrag. Te denken valt hierbij aan meer aanpassingen in de woonomgeving en speciaal getrainde begeleiding.


Beeldvorming & Diagnostiek bij probleemgedrag in de praktijk
. De aanpak bij volwassenen met een verstandelijke beperking met 24-uurszorg. Door Anke de Veer en anderen, Nivel.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!