Tijdens mijn vakantie word ik gebeld. Een van de cliënten is overleden. Het ging al een tijdje niet zo goed met hem, toch is het overlijden vrij onverwacht. Na het telefoontje denk ik aan de anderen in het huis. Een overlijden brengt altijd een hoop bij hen teweeg, het is alsof er een familielid wegvalt. |
Fotografie Marije van den Berg
Er wordt zorgvuldig omgegaan met dit verlies, het wordt bespreekbaar gemaakt en iedereen gaat mee naar de uitvaart, samen met (oud)collega’s, vrijwilligers en familie.
Afscheid nemen
Het is de gewoonte om iemand op te baren op de groep zodat huisgenoten, meestal onder begeleiding, even binnen kunnen wandelen en op hun gemak afscheid kunnen nemen op hun eigen wijze en tempo.
Het is een mooie manier, ook omdat bij sommigen het besef pas na een paar dagen indaalt dat diegene echt niet meer leeft.
Iets doen
Een paar jaar geleden hadden we ook een sterfgeval en Karel had het er moeilijk mee. Keer op keer liep hij naar binnen en stond een beetje met zijn ziel onder zijn arm naar de overledene te kijken.
Ik zei: “Wil je misschien een tekening voor Jaap maken?”
Karel haalde zijn schouders op, tekeningen maken was niet echt zijn ding.
“Of wil je misschien iets tegen hem zeggen?”
Opnieuw haalde hij zijn schouders op en liep de kamer uit om even later weer te vragen of de deur van slot mocht. Hij wilde toch nog een keer bij Jaap kijken.
“Ik wil iets voor hem doen.”
Zorgzaam
Dat is typisch Karel, altijd zorgzaam naar de anderen. Vaak levert het juist irritaties op, maar Karel is Karel, hij laat zich daarin maar moeilijk sturen.
“Lieverd, Jaap is er niet meer, ik denk niet dat je echt iets voor hem kunt doen.”
Hij wees naar Jaap. “Hij is er wél, kijk maar. Daar ligt hij toch?”
“Ja, dat is zijn lichaam, maar van binnen is hij er niet meer, hij kan niet meer denken of praten.”
Een beetje gefrustreerd haalde hij voor de zoveelste keer zijn schouders op en sjokte terug naar zijn kamer.
Niet lang daarna kwam hij terug. Hij had het karretje bij zich waar zijn pick-up op stond, op de onderste plank had hij lp’s neergelegd.
“Mag de deur bij Jaap open?”
“Wat ga je doen, Karel?”
Hij lachte breeduit.
“Ik ga plaatjes draaien.”
Ik schoot in de lach. Plaatjes draaien is wat Karel het liefste doet, hij heeft ontelbaar veel Lp’s en singeltjes.
Trots hield Karel een paar platen omhoog. “Deze, en deze. Jaap vindt die mooi.”
Ik draaide de deur van het slot en hij installeerde zich naast het bed.
Terwijl ik toekeek draaide hij zich naar mij toe: “Jij zei dat hij niet kan praten of denken, maar dan kan hij vast nog wel luisteren.” |
![]()
Fotografie Marije van den Berg, Tekst Alida van Sambeeck