Passend werk kan volgens de Ser variëren van arbeidsmatige dagbesteding tot werken bij een reguliere werkgever, en van werken als zelfstandige tot werken als vrijwilliger. Veel mensen die vanaf hun geboorte gehandicapt zijn, ‘kunnen aan het werk maar staan nu buiten het arbeidsproces en daardoor maatschappelijk aan de kant.’
Wetten en regels moeten worden aangepast en op elkaar aansluiten. Dat geldt bijvoorbeeld voor onderwijs en werk. De Wajong moet mensen een inkomen garanderen, maar daarnaast een meer activerende functie krijgen.
De SER vindt het ‘zorgelijk dat een grote groep mensen met een functiebeperking geen werk heeft.’ Het gaat om mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap. ‘Het is nodig dat deze mensen kunnen meedoen in de samenleving. Dat geeft structuur aan het leven en levert inkomen en sociale contacten op. Daarbij moeten niet de beperkingen van deze mensen centraal staan, maar hun talenten.’
Verdubbeling
Het aantal jongeren met een handicap groeit sterk ‘en voor veel van hen dreigt duurzame werkloosheid.’ Nu krijgen ongeveer 150.000 jonggehandicapten een Wajong-uitkering; verwacht wordt dat dat aantal in 2040 is verdubbeld tot 300.000. Op het ogenblik heeft een kwart van de Wajong-ers werk.
Het ontwerpadvies bevat een ‘waaier’ aan mogelijkheden voor werk. Om voor iedereen een passende plaats te vinden, moeten het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs jongeren met een beperking al heel vroeg, en meer dan tot nu toe, voorbereiden op werk.