Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Onderzoek naar leerpotentieel van kinderen met verstandelijke beperking

26 februari 2025 Redactie Klik Geen reacties

Werk jij op een kinderdagcentrum of school voor speciaal onderwijs? Wellicht kun je Viveon-onderzoeker Marja Eding helpen. Zij is bezig met onderzoek naar het leerpotentieel van kinderen met een verstandelijke beperking, dat moet helpen om het leeraanbod beter af te stemmen op de behoeften van het kind. Zij zoekt daarvoor kinderen met een matige of ernstige verstandelijke beperking tussen de 4 en 20 jaar.

Alle kinderen hebben recht op passend onderwijs, maar voor kinderen met een matige of ernstige verstandelijke beperking is dat niet altijd vanzelfsprekend. “Hoe zorgen we ervoor dat deze kinderen een leeraanbod krijgen dat écht aansluit op hun mogelijkheden? Deze vraag staat centraal in ons onderzoek naar dynamisch assessment,” vertelt Marja, werkzaam als gezondheidszorgpsycholoog bij ’s Heeren Loo en daarnaast verbonden aan de Academische werkplaats Viveon.

Wil jij met jouw organisatie bijdragen aan dit onderzoek? Neem dan contact op met Marja Eding via m.l.eding@vu.nl. En kijk op de website van Viveon voor meer informatie.

Testinstrument
Bij Viveon is onder leiding van Marja een dynamisch assessment instrument ontwikkeld. In een dynamisch assessment wordt door middel van voormeting, training en nameting gekeken wat een kind met hulp en instructie kan leren.

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat dit een betere inschatting geeft van toekomstig leren en leerbehoeften van een kind in vergelijking met traditionele IQ-tests. Kinderen krijgen diverse taken aangeboden, zoals matchen, vergelijken een eenvoudige analogie taken. De taken worden aangeboden op makkelijk te hanteren houten kaarten, en waar nodig kan gebruik gemaakt worden van concrete voorwerpen.

Wat is een dynamisch assessment?
Een dynamisch assessment kijkt wat een kind met hulp kan leren en hoe hij dat leert. Dit door eerst in voormeting te kijken wat een kind zelfstandig al kan, daarna te trainen en dan in de nameting te kijken wat kind heeft geleerd van de instructies tijdens de training en hoe.

Het instrument bestaat daarmee uit drie fasen: de voormeting, de trainingsfase en de nameting.

“Tijdens de trainingsfase wordt de instructie op een vooraf beschreven manier stap voor stap opgebouwd, van herhalen van de instructie en een eerste stap voordoen tot stap voor stap samendoen. We bieden instructie tot de stap waarin het kind in staat is de taak zelf op te lossen,” legt Marja uit.

“Een observatiechecklist die wordt ingevuld tijdens de trainingsfase helpt om het gedrag en de reacties van het kind op de geboden instructies nauwkeurig vast te leggen. Het dynamisch assessment instrument geeft zo niet alleen inzicht in de vooruitgang in scores tussen de voor- en nameting, maar ook in de factoren die bijdragen aan het succes in leren. Denk aan welk type instructie in de trainingsfase aansluit en op welk leergedrag, zoals aandacht, werkhouding of motivatie, het kind ondersteuning nodig heeft om tot leren te komen.”

Input van experts
Experts uit de praktijk, waaronder psychologen, pedagogen en diagnostisch werkers, zijn enthousiast. Zij deden mee in een Delphi-onderzoek en gaven bruikbare adviezen. Zo zijn eenvoudigere taken als matchen en sorteren toegevoegd, als voorloper op analoog redeneren.

Marja: “De experts waren unaniem: een dynamisch assessment is van grote waarde. Zij benadrukten dat een dynamisch assessment inzicht geeft in zowel cognitieve als niet-cognitieve factoren die van invloed zijn op leren. Bovendien biedt het concrete adviezen voor het onderwijs, zoals welk type instructies en begeleidingsstrategieën het meest effectief zijn om het kind te ondersteunen in het leren.  Daarom zou men dynamisch assessment zeker naast een standaard IQ-test gebruiken als deze beschikbaar zou zijn.”

Natuurlijk is het dynamische assessment instrument ook getest in de doelgroep. De deelnemende kinderen hadden plezier in de sessies en lieten vooruitgang zien in hun leren tijdens de sessies. “De voorspelbaarheid van een vaste onderzoeker in een vaste ruimte op een vast moment gedurende meerdere weken maakte dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelden en zich hierdoor openstelden voor hulp en instructie en mede hierdoor tot vooruitgang in scores kwamen,” stelt Marja.

Kinderen met een matige verstandelijke beperking behaalden hogere scores en lieten meer vooruitgang zien dan kinderen met een ernstige verstandelijke beperking. Bij deze laatste groep is vermoedelijk nog meer maatwerk en een langere trainingsfase nodig.

Deelnemers gezocht
Nu is Marja dus aanbeland op het punt dat het instrument grootschalig onderzocht moet worden op betrouwbaarheid en validiteit. En daarvoor heeft ze kinderen met een matige of ernstige verstandelijke beperking nodig tussen de 4 en 20 jaar, die eenvoudige visuele taken (houten kaartjes met afbeeldingen) kunnen zien en hanteren. En hun ouders en begeleiders/leerkrachten om voor en na afname van het dynamisch assessment een vragenlijst in te vullen.

Scholen voor speciaal onderwijs en kinderdagcentra zijn volgens Eding uitgelezen locaties. “De voordelen van deelname zijn dat je een inzichtelijk rapport ontvangt over wat het kind tijdens de afname heeft laten zien. En je draagt bij aan de ontwikkeling van een innovatief diagnostisch instrument in Nederland. De resultaten helpen om het leeraanbod beter af te stemmen op de behoeften van het kind.”  |

Wil jij met jouw organisatie bijdragen aan dit onderzoek? Neem dan contact op met Marja Eding via m.l.eding@vu.nl. En kijk op de website van Viveon voor meer informatie.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!