Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
De nieuwsberichten van 22 augustus 2007
Antonia Wilhelmina fonds
Het Antonia Wilhelmina fonds, dat geld beschikbaar stelt voor de ontwikkeling en verspreiding van kennis over jongeren met een verstandelijke beperking én een psychische of gedragsstoornis, is onderdeel geworden van het Fonds psychische gezondheid.
Het fonds vindt dat de zorg voor deze groep ‘kwetsbare’ jongeren tekortschiet. ‘De complexe gedragsproblemen vereisen expertise en samenwerking van specialisten op het snijvlak van geestelijke gezondheidszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg.’
Het Antonia Wilhelmina fonds richt zich vooral op projecten die het cliënten- en familieperspectief versterken, en de vermaatschappelijking van zorg nastreven. Het fonds is opgericht in 1913 door Jacob van Deventer, inspecteur van wat toen nog het ‘krankzinnigenwezen’ heette. Het is vernoemd naar zijn vrouw, Antonia Wilhelmina Stelling, één van de eerste B-verpleegkundigen in Nederland. Het echtpaar stelde zijn vermogen beschikbaar voor de gezinsverpleging van psychiatrische patiënten.
Informatie: www.psychischegezondheid.nl.
Actie thuiszorg
De SP is een actie gestart ‘tegen de teloorgang van de thuiszorg.’
Het comité Zorg-geen-markt protesteert tegen de ‘uitverkoop’ van de thuiszorg. De sinds 1 januari verplichte aanbesteding leidt tot ontslagen bij instellingen, omdat bijvoorbeeld schoonmaakbedrijven de zorg goedkoper aanbieden. ‘Als ze geluk hebben, mogen de ervaren zorgverleners terugkomen onder slechtere arbeidsvoorwaarden. Maar ook worden steeds vaker in hun plaats alfahulpen of schoonmakers ingezet. De zorgwerkers verliezen hun werk, cliënten verliezen hun vertrouwde hulp en de kwaliteit van de zorg holt volgens vrijwel alle betrokkenen achteruit,’ aldus het comité, opgericht door onder meer Tweede Kamerlid Agnes Kant van de SP.
Op www.zorggeenmarkt.nl is meer informatie te vinden, en kun je een petitie tekenen.
Meer verstandelijk gehandicapte daklozen
Het aantal dak- en thuislozen is vorig jaar verder gedaald. Er deden minder mensen een beroep op de opvang van het Leger des heils.
Naar schatting zijn er nu rond de 50.000 dak- en thuislozen in Nederland. Maar het aantal verstandelijk gehandicapten neemt toe: dat waren er vorig jaar meer dan een kwart van het totale aantal hulpvragers. Directeur Ina Voorham van het Legers des heils wijt dat aan de vermaatschappelijking van de zorg. Volgens haar gaan veel verstandelijk gehandicapten die dat niet aankunnen, toch wonen in de samenleving. “Er is altijd een onderlaag van de onderkant die dat niet aankan.”
CAO-onderhandelingen duren voort
Nog steeds is er geen nieuwe CAO voor de gehandicaptenzorg.
Werkgevers en vakbonden konden het voor de zomer niet met elkaar eens worden. Binnenkort praten ze verder. De werkgever (Vereniging gehandicaptenzorg Nederland, Vgn) hebben een loonvoorstel gedaan, dat volgens de bonden minder mooi is dan het eruit ziet. Bovendien ging de Vgn er daarbij van uit dat werknemers van 45 jaar en ouder om niet hun leeftijdsuren zouden inleveren, en dat de 55plus-regeling zou worden opgeheven. Aantasting van die laatste is en blijft voor de bonden “onbespreekbaar” want heel veel werknemers zijn daartegen.
Geen garantie tegen dodelijke ongevallen
Het ‘mag natuurlijk niet gebeuren’ dat cliënten van een zorginstelling in bad verdrinken of verbranden, zo antwoordt staatssecretaris Bussemaker van Vws op vragen uit de Tweede kamer. Maar vorig jaar zijn door verdrinking vier verstandelijk gehandicapten overleden. Kamerlid Agema van de Partij voor de vrijheid (Wilders) heeft daarover vragen gesteld. Hij vroeg onder meer: ‘Acht u de kans groot dat medewerkers als gevolg van overbelasting of te hoge werkdruk soms weglopen bij een patiënt die in bad zit?’
De staatssecretaris antwoordt dat elke instelling een badprotocol heeft, en dat de Inspectie voor de gezondheidszorg bezig is met een analyse van de meldingen over badincidenten in 2005 en 2006, om te bezien of de voorschriften moeten worden bijgesteld. Bussemaker: ‘Alle gemelde incidenten zijn door de Inspectie onderzocht. Na de incidenten zijn door de betrokken instellingen zowel organisatorische als personele maatregelen genomen. Het is echter niet te garanderen dat zeer ernstige incidenten zoals deze nooit meer gebeuren.’
