Minder banen, maar meer zelfstandigen in de zorg

Het aantal banen voor werknemers in de zorg is voor het eerst sinds lange tijd afgenomen in 2013 vergeleken met het jaar ervoor. De daling is het grootst in de welzijnszorg, waaronder ook de gehandicaptenzorg valt. Een deel van de mensen die hun baan verloor, zijn als zelfstandigen in de zorg aan de slag gegaan, zo blijkt uit cijfers van het Centraal bureau voor de statistiek (Cbs).

Het aantal banen van werknemers in de zorg bedroeg ruim 1,42 miljoen in 2013, 37 duizend minder dan in 2012. Zowel in de gezondheidszorg (ziekenhuizen, GGZ, praktijken, en ondersteuning daarvoor) als in de welzijnszorg (ouderen- en gehandicaptenzorg, maatschappelijke diensten, jeugdzorg, kinderopvang) is het aantal banen afgenomen. De daling is het grootst in de welzijnszorg, waar 26 duizend minder banen waren; een afname van 3,2 procent. Ook in 2014 heeft deze daling zich voortgezet, laten voorlopige cijfers van het Cbs zien.

Eind 2013 waren er nog wel meer banen in de zorg dan eind 2009, in totaal 63 duizend ofwel bijna 5 procent meer. Hoewel gedurende 2013 het aantal banen in de gehandicaptenzorg terugliep (van 178 duizend in 2012 naar 171 duizend in 2013, zijn het er wel 6 duizend meer dan eind 2009 (165 duizend).

Zelfstandigen
Voor een deel is de daling van het aantal werknemers opgevangen door een al jaren groeiend aantal zelfstandigen in de zorg. In aantallen is de groei vergeleken met 2009 wel minder dan bij werknemers, maar toch nog altijd goed voor 24 duizend, bijna 29 procent meer dan in 2009. Een kwart van de toename bij zorgzelfstandigen (6 duizend) vond plaats bij de paramedische praktijken zoals ergotherapeuten, diëtisten, mondhygiënisten, fysiotherapeuten en verloskundigen.

Bekijk de cijfers van het Cbs over de werkgelegenheid in de zorg.