Dat vinden medewerkers uit de zorg die op 5 juni met elkaar spraken over ‘werken in de wijk.’ De bijeenkomst was een initiatief van vakbond Cnv publieke zaak en instelling Vanboeijen, en vond plaats op het terrein van Vanboeijen in Assen. De ‘rust van de bossen’ is helemaal niet ideaal; als gehandicapten, juist ook mensen met ernstige meervoudige beperkingen, in een gewone wijk wonen, hebben ze daar van alles te zien en te beleven.
Het instellingsterrein van Vanboeijen wordt een woonwijk van Assen; er zullen ongeveer 175 cliënten blijven wonen. Ontmoetingscentrum de Duif moet het “kloppende hart” van die wijk worden.
Het instituutsdenken afschudden
Er zijn al veel bewoners verhuisd. Teamleider Hilda Waninge van woonvoorziening Poolster in Hoogeveen vertelde bevlogen over haar ervaringen. “Je moet heel veel leren, de organisatie maar ook de begeleider. Ik heb 20 jaar op Van Boeijenoord gewerkt, en moest het instituutsdenken afschudden. Dat proces is belangrijker dan scholing. Je moet het personeel enthousiast maken om mee te verhuizen. Medewerkers krijgen veel nieuwe perspectieven, maar het is ook doodeng. De maatschappij was niet meer gewend aan gehandicapten, die hadden we jarenlang goed verborgen. In een instelling treedt gemakkelijk groepsdenken op, wij moeten nu individueel werken. Familieleden vertonen ook instituutsgedrag, vooral oudere mensen. Ze zijn niet gewend om intensief te worden betrokken bij de zorg, en zeggen gemakkelijk: ‘dat weten jullie veel beter, daar hebben jullie voor geleerd.’ Meer betrokkenheid komt wel, maar dat is een langzaam proces.”
Ook wat betreft de inzet van artsen en agogen werkt het team van Poolster zo gewoon mogelijk. “Wij willen orthopedagogen niet altijd overal bij hebben zitten, dat is onnatuurlijk. Zij werken bij ons op afroep.”
Dat iedere cliënt een eigen appartement heeft, vindt Waninge “een verademing. Zes mensen tegelijk douchen lijkt heel handig, maar het duurt vaak toch langer dan wanneer je iemand rustig in zijn eigen badkamer helpt. Dan is hij veel ontspannener, en jij ook.”