Kind gaat er niet op vooruit na melding mishandeling

Voor het eerst is aan mishandelde kinderen van 5 jaar en ouder gevraagd hoe de kwaliteit van hun leven werd nadat er melding was gedaan van mishandeling bij het Advies- en meldpunt kindermishandeling (Amk). In het eerste half jaar na de melding werd hun leven beter, daarna ging het weer wat slechter. Na anderhalf jaar was de kwaliteit van leven van vooral jongere kinderen zelfs iets minder dan vlak na de melding. De gegevens komen uit het promotieonderzoek van Froukje Snoeren.

Snoerens ondezoek bestaat uit twee deelvragen:

1. Hoe gaat het met kinderen van 5 jaar en ouder na melding bij een Amk tot 1,5 jaar later? Uniek aan dit deelonderzoek zijn de zelfrapportages van kinderen over de kwaliteit van hun leven heel kort na een melding. Ook bijzonder is dat ruim 200 kinderen en één van hun ouders hebben meegewerkt.
2. Wat is het effect van praten met mishandelde kinderen tijdens de Amk-procedure? In dit deelonderzoek zijn zowel de kwaliteit van leven, de aanwezigheid van gedragsproblemen als de maatschappelijke kosten van dit praten met mishandelde kinderen bestudeerd. Snoeren is de eerste die hulpverlening bij kindermishandeling economisch evalueerde.

Praten is goedkoper
In de Amk onderzoeksprocedure wordt meestal met mishandelde kinderen van 6 jaar en ouder gesproken. Uit het onderzoek blijkt dat het praten met deze kinderen niet leidt tot minder gedragsproblemen of een hogere zelf-gerapporteerde kwaliteit van leven. Wel zijn er aanwijzingen dat het praten met mishandelde kinderen uiteindelijk goedkoper is dan niet praten. Deze kinderen en hun gezinnen doen in het jaar na de melding namelijk minder vaak een beroep op maatschappelijke voorzieningen dan gezinnen waarvan het kind niet zijn verhaal kon doen.

Snoeren beveelt aan om te onderzoeken of de hulpverlening na de melding van kind en ouders zo verbeterd kan worden dat het leven van mishandelde kinderen erop vooruit gaat.

Froukje Snoeren promoveert op 3 december aan de Universiteit Maastricht. Lees meer op de site van het Trimbos-instituut