De Nationale ombudsman vindt dat de Inspectie voor de gezondheidszorg tekort schiet in de verstandelijk gehandicaptenzorg. In zijn rapport De inspectie voor de gezondheidszorg: een papieren tijger? concludeert hij: 'De Inspectie heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar toezichthoudende taak op de kwaliteit van de gezondheidszorg.'
Mensen die zich zorgen maken over een familielid in een instelling, vinden ook bij de Inspectie onvoldoende gehoor. De Nationale ombudsman onderzocht klachten van mensen die zich zorgen maken over een verstandelijk gehandicapt familielid in een instelling. Zij hadden zich met hun klachten tot de Inspectie gewend. Het rapport laat zien 'dat de Inspectie naar aanleiding van signalen en klachten van betrokkenen onvoldoende bijdraagt aan de effectieve bescherming van de mensenrechten betreffende gezondheidszorg en een menswaardig bestaan van mensen die vanwege beperkingen in zorginstellingen verblijven.'De ombudsman vindt de meeste klachten gegrond, dringt aan op een onderzoeksmethode die meer betrouwbare en objectieve informatie oplevert, en plaatst vraagtekens bij vooraf aangekondigde inspecties. De Inspectie zou veel meer gebruik moeten maken van signalen, meldingen en klachten van cliënten en hun verwanten. Wanneer iemand bij de Inspectie een melding doet dat zijn klacht door een zorginstelling niet serieus is behandeld, mag van de Inspectie doortastend optreden worden verwacht. De Nationale ombudsman vindt de taakopvatting van de Inspectie 'op dit punt te beperkt.' Hij wil dat minister Klink van Vws zorgt dat de Inspectie beter omgaat met klachten en signalen van burgers. 'In de praktijk gebeurt er te weinig, de tijger brult een beetje.'
Het rapport is te vinden op http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/grote_onderzoeken/documents/Rapport2009-250.pdf