In hoger beroep wegens lagere vervoerstarieven gehandicaptenzorg

De Vereniging gehandicaptenzorg Nederland (Vgn) gaat in hoger beroep tegen de beslissing van de Haagse rechtbank om lagere vervoerstarieven in de gehandicaptenzorg goed te keuren. De Vgn is het vooral niet eens met de opvatting van de rechter dat als één op de zes instellingen in staat is om met verlaagde tarieven toch vervoer te organiseren, alle instellingen dit moeten kunnen.

Vgn-directeur Hans Schirmbeck licht toe waarom de vereniging in hoger beroep gaat: "De rechtbank heeft zich gebaseerd op cijfers die niet representatief zijn voor de gehandicaptenzorg. Cijfers die bovendien in veel gevallen feitelijk onjuist zijn. Hierdoor is de rechter tot een onjuist oordeel gekomen."

Noodgedwongen thuiszitten
Op basis van het Lenteakkoord is vanaf 2013 jaarlijks 113 miljoen euro minder beschikbaar voor het gehandicaptenvervoer, een afname van 56 procent. Slachtoffer van deze bezuiniging zijn mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking die niet zelfstandig met het openbaar vervoer naar hun dagbesteding kunnen gaan. "Zij komen dus noodgedwongen thuis te zitten en raken geïsoleerd van hun sociale omgeving," zegt Vgn-directeur Hans Schirmbeck. "Ons is er alles aan gelegen om dat te voorkomen."

Onbehoorlijk
Tijdens de rechtszaak heeft de Staat betoogd dat er 25 miljoen euro beschikbaar is voor het oplossen van ernstige knelpunten. "De rechter heeft dat voetstoots aangenomen. Maar het ministerie heeft inmiddels bevestigd dat dit geld er toch niet is. De Staat heeft de rechtbank dus verkeerd geïnformeerd en dat vinden we onbehoorlijk," aldus Schirmbeck.

Lees meer op de website van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland