Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Identiteitsontwikkeling ondersteunen bij jongeren met een beperking*

19 januari 2022 Anne-Marie Klaassen, Geen reacties

‘Anders zijn, anders dan de anderen kunnen en mogen zijn. Jezelf ontplooien en worden wie je bent.’ Deze maatschappelijke tendens klinkt prachtig. Toch, acceptatie van wie anders is, is niet vanzelfsprekend bij mensen met een (verstandelijke) beperking, ondanks allerlei maatregelen om aanvaarding, emancipatie en integratie te bevorderen. Het boek van Vlaamse bodem Gewoon en anders?! geeft woorden aan allerlei gedachten, vragen en (on)begrip, maar ook antwoorden, inzichten en mogelijkheden in de ondersteuning bij kinderen en jongeren met een beperking.

Mensen met een beperking zijn mensen die anders zijn. Ze brengen heel wat teweeg in onze maatschappij.

Aan de ene kant zijn er meer mogelijkheden en hulpmiddelen dan ooit om te kunnen participeren aan het maatschappelijke leven, denk alleen al aan allerlei ICT-toepassingen. Inclusie is, onder meer in het onderwijs, een belangrijk thema.

Aan de andere kant heeft de maatschappij steeds meer moeite met ‘beperking’, met wat niet perfect is. Voor sommige mensen is de ontmoeting met iemand met een beperking ongewoon en soms zelfs confronterend. Even actueel zijn de vragen of een leven met een beperking zinvol is en of iemand met een beperking kwaliteit van leven heeft.

Mogen zijn zoals je bent
Er mogen zijn zoals je bent, voor jezelf en voor je omgeving, is een essentiële randvoorwaarde in het ontwikkelen van een veilige gehechtheid, zo maken de auteurs van ‘Gewoon anders’ duidelijk. De auteurs schrijven vanuit hun ervaring bij de Antwerpse jeugdzorgorganisatie Heder en hebben manieren ontwikkeld om de therapeutische relatie te ontwikkelen binnen een veilig kader. Want een omgeving die niet op maat van het kind is, veroorzaakt chronische stress en creëert een voedingsbodem voor psychische stoornissen en gedragsproblemen.

‘Het leven gaat niet om hoe hard we rennen of hoe hoog we klimmen, maar hoe goed we veren.’ Vivian Komori

Als hulpverlener dagen de auteurs je uit om na te denken op welke manieren je drempels kunt overwinnen:

Ahmed is zeventien jaar. Hij heeft een fysieke en een matige verstandelijke beperking. Hij wil graag filmmaker worden. In de leefgroep en op school nemen ze die wens niet serieus, omdat dit toch nooit haalbaar is. Ahmed raakt daardoor nog meer gefrustreerd. Wanneer de begeleiding Ahmed de kans geeft om bepaalde evenementen (bijvoorbeeld de opendeurdag) te filmen, merken we dat hij zich in zijn element voelt en blij is om die kans te krijgen. Het geeft hem op sociaal vlak extra mogelijkheden tot contact.

Identiteit
Net als alle jongeren wil een persoon met een beperking zich verbinden met een groep. Zij willen zich kunnen spiegelen aan de ander, maar zien zichzelf niet altijd gereflecteerd in die ander. Bij wie willen en mogen ze horen? Op welk facet van hun identiteit willen en kunnen ze zich richten?

In dit kader vertelt Tobias de Ronde in de documentaire ‘Doof kind’ (2017) dat dove kinderen die bij de geboorte implantaten krijgen, tijdens hun puberteit vaak kampen met identiteitsproblemen: behoor ik nu tot de groep doven of tot de horenden?

‘Inclusie is niet voor iedereen de beste keuze’

Vanuit eigen ervaring kijken de auteurs ook naar het inclusief onderwijs. Uiteraard zijn ze blij dat scholen hun deuren openzetten voor deze jongeren. Maar ze zien en constateren daarnaast dat inclusie niet voor iedereen de beste keuze is. Veel hangt af van de mogelijkheden, veerkracht, beperkingen… van de jongere en zijn context.

Wanneer een jongere een duidelijk zichtbare (fysieke) beperking heeft, kan het erg moeilijk zijn om zich te identificeren met de peergroup. Dit speelt vooral mee in de overgang van het lager naar het middelbaar onderwijs, bij aanvang van de adolescentie.

Ook al heeft het kind de lagere school goed doorlopen in het regulier onderwijs, toch kan het zijn dat het in de puberteit weinig aansluiting vindt bij jongeren zonder beperking en zich bijgevolg sneller uitgesloten voelt. Dan kan het beter zijn om te kiezen voor het buitengewoon onderwijs.

Identiteitsontwikkeling
In de praktijk blijkt dat jongeren geregeld verstrikt raken in hun identiteitsontwikkeling. Enerzijds willen ze wel bij de groep ‘mensen met een beperking’ horen, anderzijds zetten ze zich hier ook tegen af. Ze zien zichzelf niet als ‘gehandicapt’, hoewel ze zich wel bewust zijn van hun handicap. Ze lopen vast in het zich niet kunnen verbinden met de gewone doorsneepopulatie.

De auteurs geven inspiratie in het hanteren van deze uitdagingen zonder te pretenderen een pasklare handleiding te hebben voor het omgaan met identiteit. Er zijn verschillende dingen die je kunt doen om mensen met een beperking te helpen in hun identiteitsontwikkeling:

De jongeren zelf:

  • Bevestig hun bestaansrecht door hen te laten voelen dat ze er mogen zijn.
  • Help hen in verbinding te komen met diverse identificatiefiguren.
  • Leer hen denken in mogelijkheden en ga mee op zoek naar uitdagingen.
  • Ga samen op zoek naar de verschillende lagen van hun identiteit, zodat de focus niet steeds op hun beperking ligt.

De ouders:

  • Bied hulp in de zoektocht naar het ‘reële kind’.
  • Stimuleer hen om verbinding te houden met hun kind.
  • Geef ruimte aan plezier maken.
  • Moedig hen aan om te blijven dromen, hopen en verlangen.
  • Ga mee op zoek naar passend onderwijs; dit kan inclusief/passend onderwijs zijn, maar evengoed buitengewoon/speciaal onderwijs.

De maatschappij:

  • Ondersteun hen in het naar buiten komen, in het deelnemen aan activiteiten in de buurt.
  • Promoot prestaties, activiteiten door hun verhalen te delen met anderen.

Dit boek geeft handvatten aan hulpverleners die zorg op maat willen bieden aan kinderen en jongeren met een verstandelijke en/of andere beperking én die weinig talig zijn. Want ja, het is zinvol om psychotherapeutisch te werken met deze doelgroep. En ja, er zijn mogelijkheden als gesproken taal niet evident is.

De auteurs vertellen het eerlijke verhaal en leggen met het boek een stevige (psychotherapeutische) basis voor een gezonde ontwikkeling op gebied van identiteit, acceptatie en mogelijkheden. Dit is wat elke hulpverlener en ouder wil voor alle kinderen met een beperking. Het lezen – en nog meer – het toepassen in de praktijk waard.  | AMK

Gewoon en anders?! Geestelijke gezondheidszorg bij mensen met een beperking. Door: Winny Ang, Sofie Bettens, Ilses Hardy, Lieve Kiebooms, Marleen Pirotte, Veerle Verboven. Uitgeverij: Gompels&Svacina. Prijs: € 24,00

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!