Hulphond en rollator moeten mee mogen in taxi

Taxichauffeurs moeten hulpmiddelen die een gehandicapte passagier bij zich heeft, zoals een hulphond, een rollator of zuurstofflessen meenemen in hun taxi. Staatssecretaris Wilma Mansveld van het ministerie van Infrastructuur en milieu, gaat dit per wet regelen. De staatssecretaris wijzigt daarvoor het Besluit personenvervoer 2000. In de regeling staat ook dat chauffeurs die allergisch of bang zijn voor honden, een passagier met een hulphond wel mogen weigeren.

Alternatief
Om te voorkomen dat de passagier in zo'n geval helemaal niet vervoerd wordt, pleit belangenorganisatie Ieder(in) ervoor om in de regeling op te nemen dat als een chauffeur een hulphond om die reden weigert, de vervoerder de passagier een alternatief moet aanbieden.

Past niet
De regeling noemt een aantal voorbeelden van hulpmiddelen, zoals honden, rollators, zuurstofflessen. Ook staat in de regeling dat hulpmiddelen die te groot zijn niet meegenomen hoeven te worden. Hetzelfde geldt voor hulpmiddelen die beschadigingen aan de auto kunnen veroorzaken.

Beide criteria kunnen discussie opleveren met de chauffeur. Om dit te voorkomen vraagt Ieder(in) de staatssecretaris deze criteria beter te omschrijven. Bijvoorbeeld: een hulpmiddel is alleen te groot als het daadwerkelijk op geen enkele wijze in de auto past.