Epilepsiemedicijn verhoogt risico op aangeboren afwijkingen

Vrouwen die in de eerste drie maanden van hun zwangerschap het anti-epilepsiemedicijn Valproïnezuur gebruiken, lopen een verhoogd risico op een kind met een aangeboren afwijking.

Nederlandse onderzoekers bestudeerden informatie uit de Europese databank voor aangeboren afwijkingen: Eurocat. Daarin staan de gegevens over zwangerschappen waarbij sprake is van afwijkingen aan de foetus. Er worden gegevens in opgenomen van zowel dood- als levendgeboren kinderen, als abortussen wegens afwijkingen.

Eerder was al bekend dat het risico op een kind met een open ruggetje (spina bifida) groter is voor vrouwen die valproïnezuur gebruiken. Volgens het onderzoek komen zes aandoeningen veel vaker als de zwangere vrouw valproïnezuur heeft gebruikt: spina bifida (open ruggetje), atriumseptumdefect (hartaandoening), schisis (verhemeltespleet), hypospadie (urinewegafwijking), polydactylie (meer vingers) en craniosynostose (te vroege sluiting van de schedelnaad, waardoor de hersens niet verder groeien).

Valproic acid monotherapy in pregnancy and major congenital malformations, artikel in de New English journal of medicine, juni 2010.