Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Een veilige nacht voor mensen met een verstandelijke beperking*

31 oktober 2018 Tjitske Gijzen Geen reacties

Een ongestoorde nacht waarin mensen met een verstandelijke beperking rustig en veilig kunnen slapen, met zoveel mogelijk aandacht voor hun vrijheid, zelfstandigheid en privacy bij het gebruik van systemen. Die omslag vond plaats bij zorgorganisatie Tragel in Zeeuws-Vlaanderen. Samen met bewoners en vertegenwoordigers kijken ze naar de beste oplossing per bewoner.

‘De nacht is om te slapen’, zo klonk mei dit jaar terug in het rapport van TNO over de kwaliteit van de nachtzorg in de gehandicaptenzorg. Een heldere visie, die in de praktijk niet altijd even makkelijk is te realiseren. Want hoe voorkom je ernstige incidenten, zoals die ook breed in de media zijn uitgelicht en aanleiding waren voor het TNO-onderzoek?

Hoewel in de verstandelijk gehandicaptenzorg al jaren ’s nachts cliënten op verschillende manieren in de gaten worden gehouden, bleek uit het onderzoek dat er zeker nog verbeteringen nodig zijn. Zo schiet de overdracht van dag- naar nachtzorg tekort en is de nachtzorg vaak een vergeten onderdeel van de zorg. Ook wordt er bij diverse organisaties nog gewerkt met verouderde systemen.


Investeringen
Bij de Zeeuws-Vlaamse zorgorganisatie Tragel is en wordt er flink geïnvesteerd in vernieuwingen in de nachtzorg. Beleidsmedewerker kwaliteit en programmamanager nachtzorg Hanno de Schipper en manager zorg Pim Pijpelink vertellen over deze ontwikkelingen. “De directe aanleiding was de verouderde techniek. Het akoestische systeem waar we al twintig jaar mee werkten was aan vervanging toe,” vertelt Hanno. “We hebben ervoor gekozen niet simpelweg de techniek te vervangen, maar vanuit een geheel nieuwe visie naar de nachtzorg te kijken.”

‘Van de duizenden meldingen die de nachtzorgmedewerkers krijgen is 95 procent loos’

“In De Sterre hebben we één iemand die de centrale beheert en drie nachtzorgmedewerkers die door de wijk lopen en op meldingen afgaan. Van de vijf- tot achtduizend meldingen die de nachtzorgmedewerkers in het oude systeem per nacht krijgen, is volgens nachtzorgmedewerkers meer dan 95 procent onnodig. Dat vraagt veel van de medewerkers, ze moeten soms meerdere keren kijken naar een melding die uiteindelijk loos blijkt te zijn.”

klik_8_2018_thema_nachtzorg_tragel_1.jpg
Pim Pijpelink en Hanno de Schipper

Verkeerd interpreteren
Pim vult aan: “De nachtzorgmedewerkers hebben veel kennis over bewoners opgebouwd, waardoor ze snel de inschatting kunnen maken of er iets mis is met iemand. Maar daarin schuilt ook weer een risico, dat je een situatie verkeerd interpreteert. Als je weet dat iemand wel eens bonkt en roept, onderneem je daarop misschien minder snel actie. Zo vonden we ’s ochtends iemand op de grond, die had gebonkt en geroepen maar niet was gehoord.”

In de nieuwe visie kijken ze kritisch naar het gebruik van systemen. Hanno: “We willen niet alleen de techniek vernieuwen, maar ook de visie erachter. Daar waar we altijd redelijk automatisch techniek gebruikten om bewoners ’s nachts te monitoren, willen we omschakelen naar: Nee, tenzij het echt nodig is.”


Privacy
Pim: “Cameratoezicht lijkt veilig, maar moet iemand echt de hele nacht volledig in beeld zijn? Pas als het spannend wordt, iemand valgevaarlijk is en zijn bed uitkomt, dan is het zinvol om de camera aan te laten gaan.” Daarvoor zijn inmiddels ook nieuwere systemen, die zo in te stellen zijn dat de camera alleen beeld geeft bij afwijkende situaties en de bewoner hierbij kan ‘blurren’ (zie onderaan onder Domotica).

De privacy is niet alleen bij cameratoezicht aan de orde. “Veel bewoners werden jarenlang standaard uitgeluisterd, terwijl dat ook een vorm van vrijheidsbeperking is en een inbreuk op de privacy,” benadrukt Pim.


Rollen splitsen
Om iedereen daarvan bewust te maken en tot een breedgedragen visie te komen, stelden ze een klankbordgroep samen van bewoners, medewerkers en vertegenwoordigers. Al snel ontstond het idee om de twee rollen van wakkere nachtzorgmedewerker en centralist te splitsen. Ze deden daarvoor inspiratie op bij andere zorgorganisaties en ook bij Centrale24 in Eindhoven.

Bij deze centrale waren ze zo onder de indruk van de professionaliteit en hoe de medewerkers de zorg op afstand weten te monitoren, dat ze ervoor gekozen hebben om de rol van centralist daar neer te leggen, naast wakkere nachtmedewerkers die binnen enkele minuten ter plaatse kunnen zijn.


‘De overdracht tussen dag en nacht is nu nog niet optimaal’

Annet van Alten, eerste begeleider en lid van de projectgroep voor de nachtzorg, vertelt: “De overdracht tussen dag en nacht is nu nog niet optimaal. We zijn hard aan het werk om dit te regelen, maar simpel is dat niet. De overdracht gebeurt nu via telefoon, mail of persoonlijk in dezelfde ruimte als waar de overdracht plaatsvindt. Daardoor kun je signalen missen. Ook schrijven mensen de overdracht vaak op briefjes, waardoor niet alle belangrijke informatie in het elektronisch cliëntendossier (ECD) komt en zo verloren kan gaan.”

Slaapdienst
Bij vooral mensen van buitenlocaties bestaat nu wel de angst dat de slaapdienst daar weggaat en een centrale op afstand de situatie niet goed kan inschatten. Loes Rottier neemt namens de Centrale Vertegenwoordigersraad deel aan de klankbordgroep voor de nachtzorg. “Mijn broer woont in een appartementencomplex van drie verdiepingen. Als daar iets op de bovenste verdieping gebeurt, hoort de slaapdienst beneden dat ook niet,” zegt ze nuchter.

‘Positief is dat er nu veel meer per individu wordt gekeken wat nodig is’

“Toch staan veel ouders niet te springen bij de nieuwe ontwikkelingen. Het heeft met gevoel en emotie te maken. Verstaat de centrale in Eindhoven het Zeeuws-Vlaamse dialect wel? Kennen ze de persoon en bijzondere veranderingen in zijn of haar situatie goed genoeg? Wat is de aanrijtijd van de wakkere nachtmedewerker? We zitten nog aan het begin, dat vertrouwen moeten ze verdienen. Positief is dat er nu veel meer per individu gekeken wordt wat nodig is.”

In de ontwikkeling van de nachtzorg is het dus de kunst om een goed evenwicht te vinden tussen nabijheid en maatwerk door technologie. Dat blijkt ook de wens van een aantal bewoners zelf die hier een reactie over gaven.

Zoals Monique, die aan de Nassaustraat in Terneuzen woont, en voor wie het ‘vooral belangrijk is dat er ‘s nachts rust is en dat ze naar de begeleiding kan als dat nodig is’. Bij haar op de woning is er een slaapdienst, die ze kan halen wanneer er iets is. Dat is ook het geval bij Bart, die woont aan de Zomerstraat in Hulst en het liefst ‘begeleiding in de buurt heeft ’s nachts waarop hij altijd terug kan vallen’. Net als Danny, die voor een veilige nacht wil ‘dat de deuren altijd op slot zijn en dat er altijd iemand is waar we een beroep op kunnen doen.’


Schijnveiligheid
Of het wel zo veilig is als er iemand ligt te slapen, vroeg woonbegeleidster Lindsey Boerdam zich af na het bezoek aan Centrale24 in Eindhoven. Samen met eerste begeleider Marianne van den Brand is zij lid van de Ondernemingsraad en zij zitten beiden ook in de klankbordgroep. “Bij het bezoek aan Centrale24 kwam bij mij het besef dat een slaapdienst eigenlijk een schijnveiligheid kan zijn,” vertelt Lindsey.

“Mensen moeten nog vertrouwen krijgen in de technologie. Daarom zijn we blij met het tempo van de ontwikkelingen: zorgvuldig en stap voor stap,” vult Marianne aan. “Er wordt zorgvuldig gekeken per bewoner wat er nodig is voor een veilige nachtrust. Bij iemand met het Angelman syndroom, waarbij dag- en nachtritme snel verstoord kan raken, was een wakkere nachtdienst die de vaatwasser uitruimt om de zorg overdag te ontlasten dan bijvoorbeeld niet zo handig.”

Ze zijn ook blij dat de nieuwe ontwikkelingen ook te zien en ervaren zijn in een speciale experience room op het terrein, lees daarvoor ook: De nachtzorg in het daglicht gezet met een ‘experience room’.

Lindsey: “Er is zoveel mogelijk, zoals sensoren bij iemand met seksueel grensoverschrijdend gedrag, waardoor je weet wanneer iemand de kamer verlaat. Of het detecteren van epileptische aanvallen in de nacht. Daarbij is ook de kennis van de huidige nachtzorgmedewerkers belangrijk. Als backup blijven zij beschikbaar bij uitval om niet helemaal afhankelijk te zijn van de centrale.”


Sneller gerustgesteld
Voor de overstap naar Centrale24 moeten ze dus nog wel over veel zorgen en weerstand heen stappen. Om de ‘aanrijtijd’ van wakkere nachtzorgmedewerkers zo kort mogelijk te houden, zoekt Tragel regionale samenwerking met andere (ouderen)zorgorganisaties. Lokaal wordt bekeken of er een slaapdienst nodig blijft. Een veelgehoorde vraag daarbij is: wat als het onweert en iemand bang is, wat kan hij of zij dan doen als er geen slaapdienst is?

Pim: “Het gaat erom hoe je die veiligheid vervangt. Soms helpt het al als iemand even vanuit een akoestisch systeem wordt gerustgesteld. Zo was er bij een woning in Hulst een vrouw die elke keer rond bedtijd bij het tandenpoetsen in paniek raakte. Andere bewoners klaagden over haar gegil. Voordat de slaapwacht haar hoorde was het al helemaal geëscaleerd, wat uiteindelijk zelfs leidde tot een hoop gedoe tussen vertegenwoordigers. Een simpel systeem waarbij de vrouw hoort dat er iemand naar haar toe komt, voorkomt dan een hoop ellende.”


Investeren
Het blijft spannend hoe alle vernieuwingen uitpakken, maar er is dus ook nog veel te verbeteren. Daarbij gaat het bij Tragel niet om een bezuiniging, maar juist om een bewuste keuze vanuit het bestuur van de organisatie om te investeren in een betere nachtzorg. Een investering die zich uiteindelijk weer moet uitbetalen. Annet: “Want als je nacht goed is gaat de dag ook beter.”

‘Technologie kan nooit alles dichttimmeren’

Incidenten zullen daarbij nooit honderd procent te voorkomen zijn, maar met de nieuwe technieken komt het daar wel een stuk dichter bij in de buurt. Lindsey: “Technologie kan nooit alles dichttimmeren, maar er is nu wel veel meer mogelijk waarmee we grote stappen kunnen maken om de nacht veiliger te maken voor bewoners.”  |

Domotica
Zorgorganisaties passen al tientallen jaren technologie toe in de nachtzorg. Deze ‘nachtzorgdomotica’ is onder te verdelen in akoestische, sensorische en videobewaking. De afgelopen jaren zijn de systemen ‘intelligenter’ geworden, waardoor je meldingen en alarmen kunt interpreteren en filteren. Deze nieuwe generatie domotica vermindert de werkdruk van nachtzorgmedewerkers (minder loze meldingen en nachtelijke controlerondes) en vergroot de privacy en veiligheid van bewoners.

Vergeleken met de ouderenzorg loopt de gehandicaptenzorg nog achter in het gebruik van deze nieuwe systemen, omdat er vaak al decennialang gebruik wordt gemaakt van akoestische bewaking en nachtcentralisten hier inmiddels bedreven experts in zijn, zoals ook bij Tragel. Voor een goede overstap is het belangrijk om eerst draagvlak te creëren bij medewerkers, familie en bewoners. En om per bewoner te bekijken hoe en in hoeverre deze persoon zelf kan alarmeren en of toezicht nodig is. Zo wordt er altijd een afweging gemaakt tussen privacy, vrijheid en veiligheid en tussen zelfstandigheid en toezicht.

Uit de whitepaper ‘Zorgdomotica in de nachtzorg’ van Vilans. Hierin staan de ‘mogelijkheden en onmogelijkheden van de nieuwe generatie zorgdomotica’ uitgebreid beschreven.  |

Lees ook:

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!