Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Dag vogels, dag bloemen, dag paard

5 juni 2015 Karin Bokhove Geen reacties

Verveling is tegenwoordig nog maar voor weinig mensen weggelegd, schrijft Karin Bokhove in haar nieuwe blog over haar zoon Kofi. Door alle bezuinigingen ligt het wel weer op de loer voor mensen met een verstandelijke beperking. Onder het mom van het financieel gezond houden verdwijnt veel dat niet meer 'rendabel' zou zijn.

Eeuwenlang was verveling aartsvijand nummer één van de mens. Eindeloos lagen onze voorouders rond rokerige vuurtjes en vertelden elkaar door de tijd als kiezels in een rivier bijgeslepen verhalen. Ze leefden hun levens in een eindeloze traagheid. Tegenwoordig is verveling hooguit een herinnering aan onze kindertijd. We rijden dagelijks files in en uit, vergaderen, verteren stromen emails, maken powerpoints, sporten, doen onze boodschappen en kijken TV.

Maar voor degenen die niet kunnen lezen, die televisie niet begrijpen, voor wie vrij rondzwerven in onze straten te gevaarlijk is, ligt deze aloude vijand nog altijd op de loer. Natuurlijk is er door professionals goed nagedacht over hun dagbesteding; opstaan, douchen, ontbijten, naar de opvang, puzzeltjes maken, liggen in de snoezelruimte, tweemaal daags een fikse wandeling, kleine klusjes doen, eens per week muziek, zwemmen, en niet te vergeten; het jaarlijkse uitje naar de Efteling.

Rondje hobbelen
Vanaf z'n dertiende woont Kofi op het terrein van de instelling. Daar graasde altijd een sloom karrenpaard, bij de teugels geleid door een vrijwilliger die de bewoners beurtelings een rondje liet hobbelen. Op het ritme van de viervoeter knikkebolde Kofi zachtjes in z'n zadel en monsterde met zacht geloken ogen z'n omgeving.

Net als vroeger in het rugzakje van papa en mama. Urenlang zat hij daarin, zonder ook maar één kik te geven. Met ogen op steeltjes of een zijwaarts geknakt hoofdje. Met geen tien paarden kreeg je hem eruit, ook niet tegen de tijd dat zijn spillepoten er aan alle kanten uitstaken, als bij een langpoot op z'n kant. Lang nadat hij definitief uit z'n rugzak was gegroeid sprong hij nog op moeder's rug, haar aansporend te hopsen als een jonge merrie, totdat ze uiteindelijk knotsend door haar knieën zakte. Toen was het feest definitief voorbij. Gelukkig verscheen tegen die tijd het paard ten tonele. Zachtjes schommelend reed Kofi zijn wekelijkse rondje over het terrein. Tot voor kort, want de vrijwilliger is met pensioen. En het paard is afgeschaft. Te duur. Dag paard.

Rendabel
Twee keer per week gaat Kofi naar de supermarkt. Dan krijgt hij foto's van de boodschappen hij moet kopen, en dat doet hij gretig. Hij haalt ze uit het schap, legt ze op de lopende band en neemt zijn buit mee terug naar de opvang, waar ze het met z'n allen verorberen. Maar nu gaat de supermarkt misschien dicht. Want die is niet rendabel. Verplichte winkelnering is nog overwogen, maar dat is ook zo draconisch. Gezien de smalle voedselbudgetten van de cliënten is de begeleiding zo vriendelijk om voor of na werktijd vaak langs een goedkope supermarkt te rijden. Maar ja, dat gaat ten koste van de eigen omzet. Dag supermarkt.

Knip knap
En laten we de kapper niet vergeten. Die is naar huis gestuurd. Waar cliënten dan naar toe moeten? En masse naar het dichtstbijzijnde dorp om daar de plaatselijke kapper op te schrikken? Wellicht is dat iets teveel van het goede, dus is er wat anders bedacht; de thuiskapper. Voor autisten die met veel pijn en moeite hebben geleerd de drempel van de kapsalon te nemen (het trekken aan hun duizenden haren die ze elk apart voelen te verdragen, het oorverdovende geluid van de knipknappende schaar te doorstaan en te wennen aan de vrouw die zo dichtbij kwam dat ze haar okselparfum konden ruiken) was dit ritueel na jarenlange oefening een vertrouwd uitje geworden. Ze zakten lekker weg in de kappersstoel, want ze wisten wat er ging gebeuren.

Die kinderen lopen nu met verknipte kuiven over het terrein. In hun veilige huiskamer waar je hoort te eten, drinken en TV te kijken, zijn ze onverhoeds aangevallen door iemand met een knip knap schaar.

Eigen bijdrage
Eens per week gaat Kofi naar het zwembad. Echt zwemmen zal er hij nooit leren, maar hopelijk weet hij zich al spetterend en spatterend een beetje drijvende te houden. Dat is wel fijn met al die kanalen waar hij zo graag inspringt. Maar, u begrijpt het al, het wordt saai, nu zal ook het bad wellicht gesloten worden.

De eigen bijdrage voor sport en spel, dat wil zeggen het gymnastieklokaal uit de jaren zeventig, met z'n bokken, springkussens en trimfietsen wordt verhoogd. Binnenkort zijn misschien de moestuin en de werkplaats aan de beurt. En waar is die kinderboerderij eigenlijk goed voor?

Eten en slapen
Wandelen schijnt vooralsnog gratis te blijven. Binnenkort worden cliënten 's morgens uit bed geplukt, in bad gestopt, gevoerd en dan is het de hele dag door wandelen aan de zijde van een menigte vrijwilligers. Ze voegen zich samen in een eindeloos wervelende draaikolk. Lopen voort tot ze niet meer kunnen. Dan worden ze voor de televisie gezet. Sommigen vallen uitgeput in slaap, anderen staren nog wat naar de flikkerende lichtjes. Tot het weer tijd is voor eten en slapen.

Langzaam maar zeker wordt het leven uit dit vriendelijke instellingsdorp geknepen tot het ongemerkt is veranderd in een zieltogend Oost Gronings gehucht. Dan is dit kleine dorp met z'n supermarkt, z'n kledingzaak en plaatselijke kapper, niet meer.

Wat resteert zijn huizen vol cliënten. Ze worden op tijd in bad gedaan, in bed gestopt, en op z'n tijd wordt hen een boterham toegestopt. De rest is namelijk luxe. Terug naar een sober bestaan zonder franje. De kosten van de zorg zijn uit de klauwen gelopen en nu moet iedereen zijn steentje bijdragen! Sommigen meer dan anderen. We kunnen niet allemaal bankier zijn, nietwaar.

Prijs drukken
Natuurlijk bestaat de directie van de instelling niet uit mensen die het leuk vinden om cliënten het leven zuur te maken. Ze doen hun best, maar de kosten van zorg moeten omlaag zeggen zorgkantoor en gemeente met zure gezichten. En ze dienen hun instelling financieel gezond houden, anders wil een ander het wel in hun plaats doen. Ondertussen wordt de administratie steeds ingewikkelder, want ze schrijven al concurrerend met andere instellingen in op aanbestedingen van gemeentes. Dat zou de prijs drukken die wij als gemeenschap voor zorg betalen. Wanneer ze worden uitverkoren zullen ze elke gemeente een aparte nota sturen. Ieder in zijn eigen format, uiteraard. Allemaal inspanning waar geen cliënt beter van wordt. Maar geld moet eerst binnenkomen voor het kan worden uitgegeven, nietwaar? Ze hebben het er maar maar druk mee.

Het menselijk geheugen is kort, de donkere middeleeuwen zijn voorbij. De dorpsgek bestaat niet meer, autisten worden niet langer bij de wolven in het bos achtergelaten, gestichten zijn gesloten. Gekken aan rinkelende kettingen, het weggesleten cement onder hun doelloze rondjes, de vettige plekken waar hun hoofden tegen de muur sloegen, het is allemaal opgegaan in een grijs verleden.

Toch zijn het dezelfde mensen die nu hun legpuzzeltjes maken en hun kraaltjes rijgen, hun plantjes poten, leeg glas ophalen, bankjes repareren, die meehelpen in de kantine of het plaatselijke restaurant. Het lijkt zo moeiteloos bereikt, alsof het niet cliënt voor cliënt, millimeter voor millimeter is veroverd op de chaos. |

Notabene; er is gelukkig een ander paard bereid gevonden om eens per week een middag acte de présence te geven. En zo zijn er wel meer bezuinigingen waar met enige creativiteit een mouw aan te passen valt. Als er maar genoeg commotie ontstaat.

Door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Zij schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi', waar deze aflevering verscheen.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!