Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Blog Mensenwerk: verantwoordelijkheden van begeleiders in de gehandicaptenzorg

1 december 2021 Mariët Ebbinge Geen reacties

De zorgorganisatie waar mijn zus met downsyndroom woont, heeft de verantwoordelijkheid voor de cliënten bij de begeleiders gelegd. Daar waar het in principe hoort. Dat betekent dat de begeleiders veel vrijheid hebben om zelf oplossingen te vinden voor de situaties die zich voordoen met mijn zus. Journalist Mariët Ebbinge schrijft in een nieuw blog met bewondering over dit vakmanschap van begeleiders en de keuzes die ze samen maken.

Mijn zus woont al jaren bij dezelfde zorgorganisatie. In het algemeen zijn wij, haar broer en zus, heel tevreden over de ondersteuning die ze er krijgt.

Nu mijn zus ouder wordt, is dat een constante uitdaging voor de begeleiders. Mijn zus is nooit het sportieve type geweest, ze is moeilijk in beweging te krijgen, maar het is wel nodig. Van al het zitten worden de spieren stram en haar gewrichten gaan er pijn van doen.

De begeleiders van mijn zus hebben deze nieuwe zorgvraag positief opgepakt. Zij wandelen regelmatig en doen eenvoudige oefeningen met haar. Ook hebben ze een fysiotherapeut gevonden die langs huis komt en op maat gemaakte oefeningen met haar kan doen om de pijn in haar heup (gelukkig niet versleten!) kan doen afnemen.

Creativiteit en inleving
Ik heb veel bewondering voor de begeleiders. Ze hebben aan mijn zus niet altijd een gemakkelijke. Ze kan soms koppig zijn en in de nee-stand blijven staan. Dan is het aan de creativiteit en inleving van de begeleiders om haar te overtuigen mee te doen of, dat kan ook, het los te laten als ze echt niet wil. Dat vergt veel kennis van haar en, ook wel, een bepaalde volwassenheid om haar afwijzing niet persoonlijk te nemen.

Mijn zus is een mens net als ieder ander. Met de ene begeleider is er een betere klik dan met de ander. Van de ene begeleider neemt ze meer aan dan van de ander. Daar is ze zichzelf niet van bewust, maar het werkt wel zo. Het betekent dat mijn zus bij de ene begeleider aan een half woord genoeg heeft, maar dat de andere begeleider hartstikke hard zijn best moet doen om haar ergens in mee te krijgen.

Botsende opvattingen
Begeleiders hebben ook verschillende opvattingen. Soms botsten hun opvattingen met die van de cliënten, verwanten of met die van andere begeleiders. Dat is normaal. Dan is het zoeken naar een oplossing of aanpak, waar iedereen vrede mee heeft.

Laatst ontstond er tijdens een ondersteuningsplanbespreking zo’n verschil in opvatting. Mijn zus houdt van voetbal, van Ajax. Soms begint een wedstrijd laat. Dat betekent dat mijn zus, die ook nog eens veel tijd nodig heeft voor haar avondrituelen, tegen middernacht in haar bed ligt. De volgende dag is ze dan niet alleen laat op, maar soms ook niet goed uitgerust en daardoor makkelijk van slag.

Er ontstond een discussie. Mag ze zo’n wedstrijd uitzien? Eén begeleider vond het niet zo’n goed idee. Mijn zus zou de volgende dag minder goed tegen tegenslag kunnen en moe en huilerig kunnen zijn. De andere begeleider vond dat haar eigen keus.

Ikzelf was geneigd om vooral aan de begeleiders te denken. Als mijn zus tot ver in de avond opblijft, betekent het dat ze zelf ook pas laat in hun bed liggen… (en daarbij dacht ik ook aan mijzelf. Als mijn zus bij mij logeert, geldt de regel dat we om 22.00 uur ons klaar maken voor de nacht. Dan ligt ze er om 11.00 uur in.)

Volgens de begeleiders was het niet van belang dat zij door mijn zus ook pas laat in hun bed zouden liggen. Wat ik dan weer ontzettend knap van ze vind.

We besloten om mijn zus het zelf te laten bepalen. Als ze dan de volgende dag moe en minder goed in haar vel zit, dan is dat maar zo. Het is haar leven per slot van rekening. Ik vond het een bijzonder leerzaam moment.  |

Lees ook het eerdere blog van Mariët Ebbinge over de ‘corona-flexibiliteit’ van haar zus met downsyndroom

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!