'Betrokkenheid kwaliteit begeleiders'

De belangrijkste kwaliteiten van begeleiders in de verstandelijk gehandicaptenzorg zijn "betrokkenheid, niet doorschietend in betutteling, en de schoonheid en gaafheid van cliënten zien." Dat antwoordt voormalig bestuurder Leo van Beek van stichting Cello (Noord-Brabant) in een vraaggesprek in het nieuwe nummer van Klik.

"Vroeger werd alles vóór cliënten gedaan, nu kijken we wat ze kunnen en willen. Maar je kunt ook doorschieten in vraagsturing. Ik vind: creëer veiligheid waarin mensen zich kunnen ontplooien. En laat ze los. Stel dat een kind in de tuin achter een hekje zit. Als je nooit samen een stap buiten dat hekje zet, wordt het daar nooit veilig. Je moet het poortje een keer openzetten. Er moet ruimte zijn om te experimenteren."

De lastigste vraag van ouders? "Hun authentieke angsten. Met de beste bedoelingen wil je je kind beveiligen tegen onheil of een ongelukkig leven. Iemand groeit, maar heeft in de beleving van ouders zijn plek gevonden in een beschermde omgeving. Jij wilt die omgeving iets minder beschermd maken, dat hekje opendoen, omdat die cliënt mogelijkheden heeft om zich verder te ontwikkelen."

"De essentie van het werk is dat je vertrouwen van ouders krijgt, dat ze het met jou aandurven. Ik heb altijd tegen ouders gezegd van wie het kind buiten het instellingsterrein ging wonen: als het niet goed gaat, komt hij terug. En dat bepaal jij mee. Dat moet je gewoon doen, ook als het tegen de regels ingaat."