Beperkt aan het werk

Het percentage mensen met een handicap die een baan hebben, is tussen tussen 2002 en 2008 gelijk gebleven: 50%. Voor Wajongers (jonggehandicapten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering) is het vinden van werk een minder groot probleem dan het behoud ervan.

Deze twee conclusies staan in het rapport 'Beperkt aan het werk' van het Sociaal cultureel planbureau (Scp). De arbeidsparicipatie van gezonde 15-65-jarigen is in dezelfde periode toegenomen van 70 naar 73%. Van de Wajongers werkt 1 op de 4. Dat percentage is niet veranderd tussen 2001 en 2006, wel werken minder Wajongers voltijds, en meer in deeltijd.

Onder de Wajongers hebben mensen met een verstandelijke beperking vaker werk (31%) dan mensen met een psychische ziekte. Bijna alle mensen met een Wajong-uitkering zijn volledig arbeidsongeschikt verklaard (96%). Toch kwam 28% van hen in 2001 de Wajong binnen met een baan. In 2006 was dat nog 17%.

Van degenen die zonder baan in de Wajong komen, vindt 20% binnen een jaar betaald werk. Binnen twee jaar is dat circa 28%. Als iedereen met werk ook aan het werk was gebleven, zou na twee jaar bijna 50% werken, maar velen verliezen hun baan. 20-30% is zijn werk binnen een jaar kwijt.

In de drie noordelijke provincies en in Limburg wonen meer Wajongers dan elders. Groningen heeft met 190 Wajongers per 10.000 inwoners de grootste concentratie Wajongers, Zuid-Holland met 108 per 10.000 de laagste.

Beperkt aan het werk. Rapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en arbeidsparticipatie. De publicatie is te downloaden of te bestellen via scp.nl.