Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Bemoeizorg werkt

6 september 2012 Door de redactie Geen reacties

Bemoeizorg werkt. Onderzoek naar de effecten van ongevraagde hulp aan mensen die door verstandelijke, psychische, financiële en sociale problemen door de bodem van hun bestaan zakken, wijst dat uit. Het leven van mensen die bemoeizorg kregen, gaat er aantoonbaar op vooruit. De conclusie staat in een onderzoeksrapport van Tranzo, wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van de Tilburgse universititeit.

Al zo’n twee decennia bestaan in Nederland bemoeizorgprogramma’s voor mensen met complexe verslavings- en psychiatrische problematiek en/of een verstandelijke beperking. De mensen waar bemoeizorg zich op richt, hebben geen contact met de reguliere hulpverlening zoals de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg of het maatschappelijk werk ondanks een zorgwekkende leefsituatie. In de bemoeizorgprogramma’s zoeken hulpverleners mensen op nadat familie, buren of woningbouw melding hebben gemaakt van de ernstige problemen. Bemoeizorgers zoeken contact en verlenen vervolgens laagdrempelige, praktische hulp in de eigen leefomgeving van cliënten. Met als doel hen na een aantal maanden door te kunnen verwijzen naar reguliere voorzieningen.

Effecten meten
Nederlands onderzoek heeft zich vooralsnog uitsluitend gericht op het Assertive community treatment (Act), een vorm van bemoeizorg die is overgenomen uit de Verenigde staten. Er is nog niet eerder onderzoek gedaan naar de effecten van de in Nederland ontwikkelde bemoeizorgprogramma’s. Dit is wel van belang omdat veel teams op deze manier werken, ook vanuit de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Om de effecten van deze bemoeizorgprogramma's in kaart te brengen, zijn drie jaar lang in drie onafhankelijke bemoeizorgteams in verschillende regio’s cliënten gevolgd. De problematiek van deze cliënten bleek bij de start van een bemoeizorgtraject qua ernst vergelijkbaar te zijn met die van psychiatrische patiënten in dagbehandeling. Zo was er bij de helft van de cliënten sprake van problemen met alcohol, drugs of medicatie, had tweederde problemen met het maken en onderhouden van sociale relaties en had 54% belangrijke problemen met de woonomstandigheden. Bij een kwart van de cliënten was zelfs sprake van een dreigende uithuiszetting, dakloosheid of het volledig ontbreken van de basisvoorzieningen in de woonsituatie. Ook ervoeren de cliënten een relatief lage kwaliteit van leven.

Beter leven
Gedurende de aangeboden bemoeizorgprogramma’s verbeterde de kwaliteit van leven van de cliënten sterk. Dit effect werd in andere onderzoeken naar bemoeizorgprogramma’s in Nederland en Engeland niet eerder gezien. Ook nam de ernst van de problematiek op verschillende leefgebieden af. Beide effecten hielden aan tot in ieder geval zes maanden na de bemoeizorg. De ernst van de problematiek nam in die periode zelfs verder af. De relatie tussen cliënten en hulpverleners was vanaf de start vrij goed; cliënten stonden open voor de begeleiding.

Deze resultaten zijn bemoedigend en verhogen de evidence based status (ze hebben bewezen dat ze werken) van de bemoeizorg. Kennisverspreiding via een handboek voor bemoeizorg en aanmelding bij een databank voor interventies zouden logische vervolgstappen zijn.

De effecten van bemoeizorg De resultaten van een onderzoek bij Nederlandse bemoeizorgteams door Diana Roeg, Margot Voogt, Marcel van Assen en Henk Garretsen, te downloaden op de site van de Tilburgse universiteit.

Een artikel over de toepassing van Act bij mensen met een verstandelijke beperking stond in Klik van mei 2007.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!