Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Anti-epilectica aanpassen vóór zwangerschap

6 december 2011 Door de redactie Geen reacties

Vrouwen die anti-epileptica gebruiken en zwanger willen worden, moeten ruim voor de conceptie aan de neuroloog hun kinderwens kenbaar maken, zodat de medicatie hierop afgestemd kan worden. Want uiteindelijk kan de beste therapie alleen individueel worden bepaald.

Dit concludeert Janneke Boersma-Jentink op basis van haar promotieonderzoek. Boersma-Jentink deed drie studies naar een mogelijk verband tussen bepaalde aangeboren afwijkingen (gebaseerd op signalen uit de literatuur) en gebruik van de meest voorgeschreven anti-epilectica. Ze maakte gebruik van de internationale database voor aangeboren afwijkingen (Eurocat). Tijdens hun zwangerschap halen vier tot vijf op de duizend vrouwen ten minste één anti-epilepticum bij de apotheek. De populatie die Boersma-Jentink bestudeerde, omvatte 3,8 miljoen zwangerschappen. Er was specifieke informatie beschikbaar over 98 duizend kinderen met aangeboren afwijkingen. Voor lamotrigine vond zij in Eurocat geen bewijs voor een samenhang met een hazenlip. Voor carbamazepine waren eerder vijf signalen gevonden, waarvan alleen een associatie met spina bifida is bevestigd in de studie van Boersma-Jentink. Voor valproinezuur waren veertien signalen gevonden in de literatuur, waarvan er door Boersma-Jentink zes zijn bevestigd. Ook werd het beschermende effect van foliumzuur op het voorkomen van spina bifida onderzocht onder vrouwen die valproinezuur gebruikten tijdens de zwangerschap. Boersma-Jentink vond, in een zeer kleine studie, vooralsnog geen preventief effect. Het is daarom volgens haar erg belangrijk dat er verder onderzoek gedaan wordt naar het werkingsmechanisme van zowel valproinezuur als foliumzuur op de neuraalbuis.

Meer informatie op www.rug.nl

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!