Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Ambulant begeleider: Wat doe ik hier eigenlijk precies?

4 augustus 2015 Ernst Timmer Geen reacties

Door de keukentafelgesprekken word je als ambulant begeleider gedwongen een antwoord te formuleren op de vraag: wat doe ik hier eigenlijk precies? Die vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord, stelt Ernst Timmer in zijn keukentafelblog.

Winston is een grote Hindoestaanse Surinamer die begin jaren zeventig met veel landgenoten naar Nederland kwam. Dertig jaar lang heeft hij zwaar en ongezond werk gedaan in betonvlechterijen, verffabrieken en kippenslachterijen. Totdat het op was. Zijn lichaam zei ho. Alle organen spanden samen om de reus te vellen: de nieren, de lever en de longen. Hij kwam in de ziekte­wet en uiteindelijk in de Wia (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). En, zoals dat gaat: meer vrije tijd + minder geld = meer schul­den.

Deurwaarders
Als dan de deurwaarders samendrommen rond zijn brievenbus en de medische adviezen niet worden opgevolgd gaat het snel bergafwaarts. Gelukkig zijn er dan mensen die het Iq meten en hem aanmelden voor ambulante begeleiding vanuit de gehandicaptenzorg.

Zoethouden
De eerste tijd was ik flink druk met het aanmelden voor de schuldhulpverlening, het zoet houden van de schuldeisers en het informatie verzamelen over zijn gezondheid. Inmiddels is de situatie stabiel, Winston heeft budgetbeheer en er lopen afspraken met alle schuldeisers. Ook zijn gezondheid lijkt niet verder achteruit te gaan. Ik ga met hem mee naar de longarts, de internist en in de voorbereiding van de dialyse. Winston krijgt het niet voor elkaar om alle medische voorschriften te begrijpen en uit te voeren, dus daar begeleid ik hem ook bij.

Familie
Dat is allemaal niet niks, maar zo’n keukentafeldame heeft in haar achterhoofd de bezuiniging die de gemeente moet realiseren, dus die gaat eerst eens vragen of hij geen familie heeft die met hem meekan naar het ziekenhuis voor al die afspraken met al die specialisten.

“Heeft u veel familie?”

“Ja,” zei Winston. Hij gebaarde naar mij. “Jij hebt toch zo’n papier?”

Stamboom
Ik heb altijd een grote envelop in mijn tas zitten. Daar stop ik zijn post in om te kopiëren en naar de budgetbeheerder te sturen. De familie van Winston is zo groot dat ik de draad kwijt­raakte en op zeker moment samen met Winston een stamboom op die envelop heb getekend met alle broers, zussen, halfbroers en –zussen, zonen, neven, nichten, stiefkinderen en weet ik al niet.

Kort door de bocht
Ik legde de envelop op tafel. Een tekening van een duizendpotige kwal met namen, lijnen, dwarsverbanden en kruisjes.

“Dit is de familie van Winston,” zei ik.

De keukentafeldame was niet onder de indruk.

“Is er iemand van uw familie die u weleens helpt?”

“Nee,” zei Winston. “Ze helpen mij niet.”

Dat vond ik wat kort door de bocht. Winston heeft enkele zussen die erg betrokken zijn en op wie hij altijd een beroep kan doen.

Peppeppep
“Dat is niet helemaal waar, Winston,” zei ik. “Elma en Noraly…”

“Schei toch uit!” reageerde Winston kwaad. “Elma en Noraly helpen mij niet. Ze bemoeien zich met mij. Ik mag niet roken, ik eet te veel, ik moet meer bewegen. Peppeppeppep. Ze zeggen hoe ik moet leven. Dat is geen helpen!”

“Kunnen zij niet mee naar het ziekenhuis?” vroeg de keukentafeldame.

“Nee!” zei Winston.

Twee weken later viel de beschikking op de mat. In 2015 mag ik nog uitdienen als gevolg van het overgangsrecht. In november komt de keukentafeldame nog eens langs om over 2016 te praten. |

Tweede aflevering in het 'Keukentafel-blog' van Ernst Timmer.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!