Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Achter het masker: gehandicaptenzorg in coronatijd

6 februari 2021 Anne-Marie Klaassen, Geen reacties

Al bijna een jaar slaat de gehandicaptenzorg zich door de coronaperikelen heen. Begeleider Anne-Marie Klaassen beschrijft in een persoonlijk verhaal hoe ze als begeleider in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking nog steeds dagelijks met dilemma’s en risico’s wordt geconfronteerd.

Volgens een collega is het mogelijk om het coronavirus buiten de deur te houden. Als je voorzichtig bent, goede hygiëne toepast en afstand houdt tot anderen, dan krijg je geen corona. Met die opmerking in mijn achterhoofd stap ik de deur van de woning weer binnen. Ik voel de verantwoordelijkheid op mijn schouders drukken.

Bij binnenkomst desinfecteer ik eerst mijn handen, dan pak ik een mondmasker uit het doosje. De lussen doe ik om mijn oren, terwijl het kapje in mijn ogen prikt. Nadat ik het kapje heb opengevouwen, op de juiste plek heb geschoven en het stripje om mijn neus heb gebogen, kruis ik de lussen, anders schuift het mondkapje steeds mijn ogen in. Ik word er langzaamaan handiger in. Nu nog een paar handschoenen aan en ik kan aan het werk.

Vaccineren
Ik zet de waterkoker aan en het Senseo apparaat klaar. Jayden zal zo wel thuiskomen. Hij wilde niet gevaccineerd worden, want hij is bang dat hij een chip geïmplanteerd krijgt.

Mijn collega is trots op zichzelf dat hij Jayden toch zover heeft gekregen dat hij de inenting zou nemen: “Als je de vaccinatie niet neemt, komen we nooit van het coronavirus af.”

Of dat het juiste argument is, betwijfel ik. Maar ik durf niet eens te vertellen dat ik ook huiverig sta tegenover het vaccin en er voor mezelf nog niet uit ben, vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s.

Ik hoor de deur opengaan en Jayden komt binnen. Hij gooit zijn jas op de grond en trekt zijn trui uit. “Kijk, hier ben ik geprikt.”

Ik kijk naar een stipje waar mogelijk de naald in is gegaan en vraag of hij er nog last van heeft. “Ja, ik heb een beetje een stijve arm,” zegt hij.

Even twijfel ik of ik nog iets moet zeggen over die chip. Ik besluit om mijn mond te houden. Laat ik het Jayden maar niet onnodig moeilijk maken.

Mediavirus
Ondertussen maak ik een kop koffie voor hem klaar en schenk voor mezelf een kop thee in. Ik check nog even de nieuwste interne coronacijfers.

Een paar dagen geleden kreeg ik allerlei appjes van verschillende mensen die vroegen of ik nog gezond was. Het eerste berichtje vond ik aardig, het vijfde berichtje begon ik vreemd te vinden, bij het achtste berichtje kreeg ik argwaan.

De berichtgeving van de media over de Britse variant had hen al wel bereikt, maar mij nog niet. Nu wil ik niets afdoen aan de ernst van de situatie, maar het bericht verspreidde zich echt nog vele malen sneller dan het virus zelf.

Bezoekregels
De telefoon gaat en het is de moeder van Nadia. Ze wil weten of ze vanavond op bezoek kan komen, samen met haar buurman. Volgens de regels mogen er twee bezoekers per dag bij een cliënt komen, mits ze op hetzelfde adres wonen.

Dus ik verpak de boodschap voorzichtig dat zij welkom is, maar dat ik de buurman niet binnen mag laten. Ik doe nog de suggestie dat ze met elkaar kunnen gaan wandelen.

De moeder barst in huilen uit en doet haar relaas over haar overleden man, waardoor ze nu afhankelijk is van anderen, dat we haar het recht ontnemen om haar dochter te zien, dat ze slecht ter been is en dat ze toch niet de buurman buiten kan laten staan.

Ik hoor mezelf zeggen dat ik het ook lastig vind, maar dat ik me aan de regels moet houden. Mijn gevoel schreeuwt iets heel anders, maar dat hoort de moeder niet.

Uitzondering op de regels
Ik kijk naar buiten en zie een manager voorbij lopen, zonder handschoenen en met een mondkapje onder haar kin. In de laatste corona-update stond dat we verplicht zijn om te allen tijde mondkapje en handschoenen te dragen, zowel binnen als buiten. Dat geldt natuurlijk voor iedereen, behalve voor wie dat niet geldt.

anne_marie_klaassen_mondkapje_2.jpg

Jolijn wordt thuisgebracht. Ik loop naar haar toe om haar te begroeten. Omdat ze slecht ziet, zorg ik dat ik in haar gezichtsveld kom. Ze kijkt naar me en voor ik er erg in heb, heeft ze het mondmasker van mijn gezicht getrokken en twee rode strepen op mijn wang achtergelaten.

Ja Jolijn, ik snap het. Hoe moet het zijn voor jou? Al die maanden dat je begeleiders meer afstand houden en zich verstoppen achter een masker. Ik begrijp dat je daar werkelijk niets van snapt.

We zijn moeilijk te verstaan en je kunt gezichten niet goed aflezen. Jolijn wil de persoon achter het masker zien. Dat begrijp ik wel! 

Klaar
De tweede vaccinatieronde komt eraan, maar het eind is nog niet in zicht. Het is geen vraag of we er al klaar mee zijn, want het antwoord verandert de feiten niet. We zullen door moeten en volhouden. Ik geef Jolijn een zoen op haar voorhoofd en zet mijn mondkapje weer op. Kom, we gaan koffie drinken.  |

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!