Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Samen op de duofiets

28 september 2020 Mariët Ebbinge Geen reacties

Het is een stralende dag in september. Ik ga met mijn zus fietsen. Voor het eerst van ons leven zitten we samen op een duofiets. Wat blijkt het makkelijk om naast elkaar zittend in gesprek te komen, schrijft journalist Mariët Ebbinge in een nieuw blog over haar zus met downsyndroom.

We komen door een woonwijk. Vroeger waren hier boomgaarden waar een pad doorheen liep. Ik fietste er altijd langs als ik naar mijn vriendinnen in een dorp in de buurt ging. Er waren daar ook hele mooie, heldere, slootjes. Ik herinner mij dat ik op mijn buik aan de kant van zo’n sloot ging liggen en in het water tuurde. Op zoek naar salamanders.

Ik vertel mijn zus over die herinnering en ze luistert aandachtig. Mijn vriendinnen kent ze nog goed. Ze weet dat er eentje jong overleden is en dat de ander in het buitenland woont.

Gescheiden werelden
Daarna komen we in een park, waar ik vroeger met andere kinderen speelde en op een eiland hutten bouwden. Mijn zus was daar nooit bij. Toen we jong waren leefden we in gescheiden werelden. Ik was vaak op avontuur, zoals ik het graag noemde. Zij ging haar eigen gang. Bij een bankje stoppen we. We drinken sap en eten iets lekkers.

We fietsen verder. Althans ik fiets, zij kan met haar kortere benen niet bij de pedalen komen. Het is af en toe zwoegen als ik een hellinkje op moet.

marietzusduofiets.jpg

Meedoen of toekijken
We komen in de wijk waar we zijn opgegroeid. Het is er niet eens veel veranderd, vinden we. Voor mijn zus was de wijk haar leven. Op mooie dagen ging ze na school met een bal onder haar arm naar het pleintje, waar de kinderen uit de buurt op een grasveld aan het voetballen waren. Soms mocht ze meedoen, vaker stond ze langs de kant toe te kijken.

In de wijk was ze bij iedereen bekend, iedereen groette haar. Maar er waren ook altijd kinderen die haar pestte. Soms kwam ze dan huilend thuis. Eén keer had ze, uit frustratie, stenen naar die kinderen gegooid, waarbij ze per ongeluk een auto had geraakt. De eigenaar van die auto, een ouder van één van de pestende kinderen, kwam boos aan de deur. Mijn zus in tranen.

Het weerhield haar er niet van om de volgende middag weer, met de bal onder de arm, de wijk in te gaan. Wat was ze dapper eigenlijk! En, wat ben ik met terugwerkende kracht trots op haar.

Goed geheugen
Mijn zus is ouder, ze ziet slecht, maar rijdende door de wijk merk ik op hoe goed haar geheugen nog is. Ze wijst naar ons huis, ze heeft het over de buren die er niet meer wonen. Ze zegt dat ze ballenmeisje was op de tennisbaan waar mijn moeder, mijn broer en ik tennisten.

En ze benoemt van alle huizen waar we wel eens kwamen wie er in onze jeugd woonden. Mijn zus kan nog bijna alle namen van de kinderen die er woonden noemen, waarmee ze me veruit overtroeft.

Na anderhalf uur fietsen we terug naar haar huis. Moe en voldaan. We hebben genoten van elkaar op deze mooie dag.  |

Lees eerdere blogs van Mariët Ebbinge. Of lees een ander ervaringsverhaal over de duofiets van Klik.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!