Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Pleidooi voor meer meesterschap in gehandicaptenzorg

27 november 2012 Door de redactie Geen reacties

Er is hoge nood aan meer en beter onderzoek in de verstandelijk gehandicaptenzorg, zo kwam naar voren op de bijeenkomst 'Hollandse meesters in gesprek' met Ina van Berckelaer-Onnes, Anton Došen, Pieter Duker, Gijs van Gemert en Jacques Heijkoop. Op de bijeenkomst van het Centrum voor consultatie en expertise (Cce) werd het gedachtegoed van deze vijf vooraanstaande meesters gedeeld.

Jan Rispens, emeritus hoogleraar van de Universiteit Utrecht, hield een college over de waarde van onderzoek en de rol van een meester. "Een meester is een voorbeeld voor anderen, een excellente beoefenaar, een vakman die bijdraagt aan kennis in de sector", zo legde Rispens uit. Hij raadde aan kritisch te zijn over die kennis: "Geloof niets, als professional moet je systematisch twijfelen, en er rekening mee houden dat een aanpak niet voor ieder individu werkt." Hij pleitte voor meer onderzoek naar het benutten en behandelen via de groep, en het in beeld brengen van de dynamiek van een cliënt: hoe diagnosticeer je wat iemand beweegt. "Streef naar meesterschap, er zijn nieuwe meesters nodig in de sector."

Autisme
Vervolgens hield een 'deelgenoot' over elke meester een lezing. Over Ina van Berckelaer zei consulent en universitair docent Yvette Dijkxhoorn in haar lezing: "Ze heeft een nieuwe batterij kennis ontwikkeld over autisme en het vooral in beeld gebracht als een opvoedingsprobleem. Daarbij heeft ze ouders nooit het gevoel gegeven dat ze het beter weet, iedereen krijgt bij haar hetzelfde respect."

Seo
Anton Došen is 'de peter van de schaal voor emotionele ontwikkeling', zo vertelde orthopedagoog en docent Filip Morisse. Hij hield een humoristisch betoog waarin hij betwijfelde of Došen wel een Hollander en een psychiater was, gezien zijn vriendelijke karakter. Ook verhaalde hij over de kruistocht van Došen tegen het hoge gebruik van psychofarmaca, zijn pleidooi vooral te zoeken naar het 'normale' van gedrag en het belang van foutloos leren: zorgen dat kinderen kunnen leren in goede omstandigheden.

Krachtenveld
"Gijs van Gemert heeft mij geleerd te kijken naar de ondersteuningsvraag van cliënten, in het krachtenveld van de organisatie," vertelde orthopedagoog Ad Peelen over 'zijn' meester. "Hij heeft me laten nadenken over de wederzijdse communicatie, privacy, conflicthantering en machtsverhoudingen; onder meer door zijn uitspraak 'agressie is een gezelschapsspel', omdat er altijd twee partijen bij betrokken zijn."

Gedragstraining
Carmen van Bussel, orthopedagoog en consulent, 'verdedigde' Pieter Duker (en ook Daniel Seys). "Je wordt niet populair als je bezig ben met gedragstraining. Het is misgegaan met gedragstherapie toen het steeds meer over visie en perspectief ging in de zorg. Ik heb een lichte allergie voor organisatie met een mooie visie in een glossy folder. Duker wil de cliënt vaardigheden leren voor een menswaardig bestaan, hoezo is dat hard en mensonterend? Mensen met een verstandelijke beperking hebben ook recht op een goede behandeling."

Videotraining
"Wie Jacques zegt, zegt video," vertelde vervolgens orthopedagoog Gerrit Vignero over Jacques Heijkoop. "Zijn werkvorm is ontdekkend kijken via videotraining, het functioneringsprofiel en analyse van de interacties. Zijn visie is gunnen, mensen een plaats geven. Mensen willen verbinding, gezien worden, en vertonen alleen probleemgedrag uit zelfbescherming."

In de avond gingen de meesters zelf met elkaar in gesprek onder leiding van Bert Henderikse van het Cce. Daarin kwamen duidelijk de verschillende opvattingen naar voren. Ze verschilden bijvoorbeeld van mening in wat te doen bij een begeleider die radeloos advies komt vragen over een cliënt met probleemgedrag.

Oplossen of meedenken
Jacques Heijkoop: "Als je gaat redden, maak je het systeem onmachtig. Je moet er samen met elkaar achter komen wat de functie van woede is. Ik weet zeker dat de begeleiders en de cliënt zelf de oplossing hebben." Duker: "Mooi gezegd, maar zo werkt het in de praktijk niet. De begeleider denkt dan 'ik heb het al druk en dan legt hij het weer bij mij neer.' Ik ga kijken wat er werkt, want ik denk dat zij al alles hebben geprobeerd."

Managers
Ze beaamden allen dat een manager verantwoordelijk kan zijn voor probleemgedrag. Ina van Berckelaer: "Bij een van de eerste casussen van het Cce stond de directeur buiten toen ik aankwam, en zei als eerste: 'Ik wil geen Telegraaf erbij'. Dan weet je dat het fout zit." Duker: "Het is fijn als een manager begeleiders steunt. Ik had eens een directeur die nooit op de groepen kwam, toen hij dat op mijn verzoek wel deed, liet een begeleidster een dienblad vallen, uit angst omdat ze dacht dat hij hen ergens op kwam aanspreken." Heijkoop: "In dat soort organisaties zijn veel woede-uitbarstingen. Top-down leidinggeven werkt niet. Zelfstandige begeleiders zien beter wat er aan de hand is bij probleemgedrag."

Ze bespraken ook nog de noodzaak voor meer en beter onderzoek in de verstandelijk gehandicaptenzorg, en de beperkte waarde van de Dsm, de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen. Anton Došen: "Met de Dsm kijk je van boven, terwijl je juist van onderen moet kijken. En vaak wordt er ook te weinig over de emotionele ontwikkeling gesproken." "Goede zorg is een langdurige onderneming, aldus Gijs van Gemert, "daar werkt iedereen aan mee, ook bestuurders en een raad van toezicht. Je moet elkaar regelmatig aanspreken op hoe het ervoor staat."

Lees en bekijk meer over de Hollandse meesters op de speciale website van het Cce. Hierop komt binnenkort ook een film van de bijeenkomst.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!