Na een steekproef bij tien grotere zorgaanbieders concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat ziekteverwekkers zich nog altijd makkelijk kunnen verspreiden in de gehandicaptenzorg. De inspectie wijst erop dat er veel meer aandacht voor hygiëne moet komen.
Juist in een omgeving met kwetsbare cliënten is het belang van goede infectiepreventie groot, stelt de IGJ. Dat toonde ook de coronaperiode wel aan. Daarom bezocht de inspectie voornamelijk locaties waar de risico’s voor de bewoners het grootst zijn. Deze cliënten krijgen veel ondersteuning bij ADL-verrichtingen zoals aan- en uitkleden, wassen, eten en toiletbezoek. Ook delen zij ruimtes met elkaar, wat het risico op verspreiding vergroot.
Weinig verbetering
De inspectie deed in 2023 een soortgelijk onderzoek, waaruit naar voren kwam dat infectiepreventie in de gehandicaptenzorg in de kinderschoenen staat. Er blijkt uit de steekproef dat er sindsdien maar weinig progressie is geboekt.
Wat gaat er dan zoal fout?
Volgens de inspectie bleken de meeste medewerkers wel met korte mouwen te werken; dat is noodzakelijk voor een goede handhygiëne.
Audit
In 2024 kregen gehandicaptenzorgaanbieders extra geld van het ministerie van VWS om de infectiepreventie in hun organisatie te laten evalueren. Vier van de tien bezochte instellingen hebben zo’n audit laten uitvoeren, eentje is dat dit jaar nog van plan. De inspectie juicht dat toe, omdat zo’n audit een eerste stap is om duidelijk te krijgen wat er nodig is voor een goede kwaliteit van de infectiepreventie. |
Bekijk een langer artikel op de website van de IGJ, inclusief tips voor verbeteringen.