Hoge babysterfte door familieband ouders
17 juni 2008
Door de redactie
Geen reacties
De hoge sterfte onder baby’s van Turkse en Marokkaanse wordt
voor een deel veroorzaakt doordat de ouders vaak (achter-) neef en nicht van
elkaar zijn.
Baby’s van Surinaamse en Antilliaanse moeders overlijden
vaker in hun eerste jaar, doordat ze lichter zijn, en vroeger worden geboren.
Arts Ernst-Jan Troe promoveert eind juni op onderzoek naar de hoge babysterfte onder
de diverse bevolkingsgroepen in Nederland. Troe gebruikte cijfers van het
Centraal bureau voor de statistiek, en de gegevens uit het grootschalige
bevolkingsonderzoek naar Rotterdamse kinderen en hun ouders. In 2003 werd
bekend dat in Nederland anderhalf keer zoveel baby’s in hun eerste maand
overlijden, als in veel andere Europese landen. De hoge sterfte komt vooral
voor bij allochtone baby’s. Van elke duizend baby’s in allochtone gezinnen
overlijden er zes. Turkse en Marokkaanse baby’s overlijden vaak aan aangeboren
afwijkingen en die worden voor 5-23 procent veroorzaakt door bloedverwantschap.
Een op de vijf ouderparen is naaste familie. Een andere risicofactor is dat
veel Turkse zwangere vrouwen roken. Bij Surinaamse en Antilliaanse vrouwen
speelt de lichaamslengte een rol. Kleine vrouwen lopen groter risico als hun
man lang is. In hun bekken is onvoldoende ruimte voor een grote baby. Ook
tienerzwangerschappen vormen een risico op vroeg overlijden van de baby.
Markeer als favoriet