Tot voor kort was het internet niet aan Kofi besteed, omdat de instelling waar hij woonde daar de cliënten nog niet op aangesloten had. In haar nieuwe bijdrage op de Klik-site schrijft Karin Bokhove, moeder van Kofi, wat het betekent als de digitale grenzen open gaan voor mensen met een verstandelijke beperking.
Elke veertien dagen gaat Kofi één etmaal naar huis. De andere dertien dagen is hij op de instelling, omringd door medebewoners en verzorgers. Aardige verzorgers, dat wel, sommige werken er al jaren. Ze zijn in de loop der tijd best een beetje op hem gesteld geraakt. Maar de gemiddelde begeleider gaat slechts een jaartje mee en de laatste tijd zijn er zoveel flexwerkers dat je beter van een maandje kunt spreken, zodat je zeker weet, hechte banden worden niet gesmeed.
Een glimp van thuis
Tussen al die schuivende panelen blijven een paar dingen gelukkig onveranderd; papa, mama, opa, zusje en de huizen waarin ze wonen. Thuis is thuis, al z'n hele leven lang. En daarom zou moeder Kofi graag vaker een glimp van thuis laten zien. Skypen met opa was een succes, dus waarom niet vaker gedaan?
Tergend traag
Maar het wereldwijde web, waarvan de tentakels tegenwoordig de volledige aardkloot omspannen, waarvan de invloed tot in het verste Afrikaanse dorp voelbaar is, heeft de instelling van Kofi nog niet bereikt. Nou ja, wel voor de medewerkers, maar niet voor de cliënten. Er loopt weliswaar een project voor, maar dat krijgt met een tergende traagheid z'n beslag.
De instelling is best wel overtuigd van nut en noodzaak der digitale ontsluiting, maar als in alle bureaucratieën, kruipt het project door een brij van kostenberekeningen, hercalculaties, planningen en wat dies meer zij, als gevolg waarvan het in de digitale nabijheid van cliënten ontzagwekkend stil blijft. De ether is leeg. Wanhopig verspreiden de ipads van cliënten hun wifi signaaltjes om zich heen, maar er is geen netwerk om het weg te voeren, de wijde wereld in.
Geen bereik
Daarom kijkt Kofi op zijn ipad alleen naar foto's van thuis, foto's die hij al talloze malen heeft gezien en dientengevolge met de snelheid van het licht doorbladert (of liever gezegd "swiped"). Tot voor kort kwam ook voor moeder het complete digitale leven tot stilstand zodra ze het instellingsterrein betrad: Gansch het internet staat stil wanneer uw machtige bladerdak het wil; geen mailtje viel meer te openen, geen powerpoint meer te bezichtigen, geen google search te starten. En eerlijk is eerlijk, dat had ook zo z'n voordelen.
Tot voor kort althans, want toen moeder laatst het terrein betrad, lichtte het scherm van haar mobieltje ineens veelbelovend op; "4G!". 4G? Rete-snel internet? Internet voor iedereen? Internetten met de snelheid van het licht? Hier? Onder het dikke gebladerte? Jawel, 4G van de mobiele aanbieder die als je de dekkingskaarten mag geloven zich van de drie groten het langzaamst over het Nederlandse oppervlak ontrolt. Langzaam, maar blijkbaar wel grondig want het signaal was sterk.
Wifi
Een week later kwam moeder aanzetten met een mobiel apparaatje ter grootte van een pakje sigaretten in de palm van haar hand, aan de ene kant praatte het wifi met de ipad en aan de andere kant haastte het zich het wereldwijde internet op.
De zondag erop is het zover. Kofi heeft al tien keer gevraagd of hij naar huis mag, maar nee het is een instellingsweekend. Uiteindelijk is het nog best leuk geworden, hij heeft gefietst en pannenkoeken gegeten met begeleider Mick. Nu is het avond.
Mick roept Kofi bij zich. Hij heeft de ipad in z'n hand. Gaan ze foto's kijken? Nee, ineens verschijnt mama beeldvullend op het scherm, "Hallo manneke, hier ben ik, ik zit in de keuken, kijk maar."
En jawel, ze zit aan tafel, op Kofi's plek bij het raam, daarachter de jeneverbes die zo groot is dat hij een flatgebouw aan het oog onttrekt, die soms heen en weer zwiept in de wind zodat alle naaldjes trillen en Kofi meetrilt.
Scherm aaien
Mama lacht naar het scherm. Nu ziet ze de grote hand van Kofi aankomen.
"Hij aait je wang," zegt Mick. Dan laat mama de ijskast zien, met de plastic kaasbak waaruit hij zo graag snaait, het liefst harde korsten. Daar is het fornuis waar papa altijd rijst voor hem bakt, met als toetje gefrituurde bakbananen die hij gloeiendheet in z'n mond propt terwijl papa zegt dat hij nog even moet wachten.
Kofi steunt met z'n handen onder z'n kin en kijkt met grote ogen toe. Mama loopt naar het schilderij van hemzelf dat hij zo graag kusjes geeft, blijkbaar houdt hij van zichzelf. Ze gaat door naar de tuin, waar hij altijd rondrent met z'n fiepje en dingen die weg moeten over de schutting kiepert. Ze loopt de trap op naar Kofi's kamertje, wijst naar het grote wandkleed met bloemen waar hij vanuit z'n bed graag naar mag kijken.
Dag jongen
Daarna stapt ze de studeerkamer binnen, de ipad glijdt langs de foto's aan de muur. En daar zit papa voor de computer. "Kijk papa, hier is Kofi," zegt ze.
"Dag jongen hoe is het?" zegt papa, terwijl hij zwaait zoals alleen papa kan zwaaien, de arm recht naar voren gestoken, met een hand die heen en weer zwiept als een pendulepoppetje. Een gelige handpalm met donkere lijnen. Papa's hand.
Kofi's mond valt open, een grote druppel kwijl hangt aan z'n mond en z'n ogen staan op schoteltjes.
Alle vertrouwde plekjes komen aan beurt en Kofi kijkt ononderbroken toe, klemt de ipad nu zelf tussen z'n handen. Hij is stil, verdwenen in z'n tablet, wel twintig minuten lang.
Weggeveegd
Dan gaat er een regen van vingers over het scherm, moeder ziet de lange lamellenslierten die ze achterlaten.
"Hij veegt je weg," zegt Mick.
"Kofi is moe. Slaaptijd. Slaap lekker," zegt mama.
"Mag mama nog een kusje?"
Het scherm wordt kroeskrulzwart.
Twee weken later is het weer zover. Moeder wordt opge-facetimed door Mick. Wanneer ze het gesprek aanneemt zit Kofi al klaar voor z'n virtuele huisbezoek, z'n verwachtingsvolle grijns reikt van oor tot oor.
Weblog
Door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Zij schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi', waar deze aflevering in 2014 verscheen.